29 maart 2024 Gebruikers online: 26
Agenda
Active creations

Taalbarrières (column Teunie Rijfkogel)

Geplaatst op: 5 april 2016

“Teunie, kun jij Duits?” vraagt een collega van het melkgeitenbedrijf waar ik tijdelijk werk. Hoopvol steekt hij zijn hoofd om de hoek van de deur.

‘Eh, een beetje. Hoezo?’

“Nou, er staat hier een Pool en hij kan geen Engels. En er is hier geen hond die Duits kan.”

‘Wat moet ik hem zeggen dan?’

“Dat hij naar de andere stal moet. Hij moet bij de carrousel wezen.”

‘Ja hallo, mijn Duits houdt wel ergens op.’

De laatste keer dat ik in het Duits gesprekken heb gevoerd is al jaren geleden, maar ik besluit het toch maar te proberen: ‘Sie mussen zu die andere Stall. Dort,” zeg ik, al wijzend naar de overkant.

De enigszins gezette man kijkt me wat sullig aan. Hij snapt er geen barst van.

Mijn collega besluit het dan zelf maar op te lossen. Met een gebaar van ‘meekomen jij’ loodst hij de man met zich mee. Wat je met handen- en voetenwerk al niet kunt bereiken.

 

Dat mijn Duits toch zo slecht nog niet is, ondervind ik enkele dagen later. Een Poolse vrouw, lichtelijk gestoord zo ontdek ik later, komt het team versterken. “Sprechst du Deutsch?”

‘Ein bisschen.’

“Gott sei Dank! Endlich jemand wo ich mit kann kommunizieren. Gestern war ein Junge hier und ich fragte ihn etwas, aber….” Een heel relaas volgt.

Enigszins tevreden gestemd over mijn taalkunsten besluit ik er nog een schepje bovenop te doen als de Poolse vrouw, Agnieszka genaamd, begint te niezen.

Grijnzend zeg ik: ‘Na zdrowie!’

Verrast kijkt ze me aan. “Hast du vorher mit Polnischen gearbeitet?”

‘Ein paar mal.’

“Ah! Das ist schön. Ich bin glücklich dass ich mit dir kann kommunizieren. ”

 

Zij blij, en ik het bokje.

“Wieviel mussen diese Bocke haben? Was kann ich tun? Kann ich diese Essen geben oder später? Muss ich die rote Kugelschreiber benutzen oder die schwarze?”

Meestal verlopen de gesprekken redelijk, maar op een gegeven moment weet ik zo snel geen correct Duits antwoord te bedenken en zoek ik hopeloos naar woorden. Ik stamel een onsamenhangende zin, voorzien van woorden waarvan ik geen idee heb of ze de beoogde betekenis zelfs maar naderen, verontschuldigend gevolgd door ‘Mein Deutsch ist nicht soooo gut….’

Ze reageert met een daverend lachsalvo en ik probeer het nog maar eens. Totdat ik in een oogopslag haar quasi-onbegrijpende blik ontwaar, voorzien van een lichtelijk smiesterige grijs.

‘Ich weiss dass du mir verstehst,’ zeg ik tenslotte, terwijl ik het welbekende Poolse scheldwoord wijselijk binnenhoud. De trut zit me gewoon in de maling te nemen.

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice