28 maart 2024 Gebruikers online: 40
Agenda
Active creations

Schaakuitslagen

Geplaatst op: 21 maart 2019

De Britse archeoloog Arthur Evans begint op 19 maart 1900, 119 jaar geleden, met opgravingen in Knossos op Kreta. In 1878 vond Minos Kalokerinos al de resten van een paleis uit de tijd van de Minoïsche beschaving wat zou kunnen zijn gebouwd door de mythische architect Daedalus.

Evans koopt in 1899 het terrein omdat hij er zeker van was dat er een kern van waarheid moest zitten in de verhalen uit het Minoïsche tijdperk op Kreta, met name de mythe over de Atheense koningszoon Theseus die het monster Minotaurus (half stier, half mens) – dat in het labyrint van Minos woonde – overwon en doodde. Zijn opgravingen en restauraties van het paleis gaan door tot 1931. In die periode is vrijwel het hele paleis blootgelegd en zijn er veel vondsten gedaan.

Ondank de vele vondsten in Knossos op Kreta opende Joas Tiggelaar tegen Jan Wiers. Door een trage ontwikkeling van stukken kwam Jan in de problemen en kon hij niet meer rokeren. Hierdoor pakte Joas het initiatief en gaf deze niet meer uit handen. In het eindspel kon Jan slecht toezien hoe Joas de overwinning op zijn naam schreef en steeds aan het monster Minotaurus, dat in het labyrint van Minos woonde, dacht.

Henk Terpstra nam het tegen, amateur archeoloog, Klaas-Jan v.d. Vinne op. Henk opende met zijn dame pion en hier moest Klaas-Jan, net terug van Kreta, eventjes over nadenken. Gaande de partij verloor Henk een pion en liep zijn loper vast. Henk had zijn ‘schaakavond’ niet en dacht, wellicht, aan de mythische architect Daedalus. In het eindspel met nog maar weinig stukken op het schaakbord gooide Henk zijn ‘schaakbijltje’ erbij neer.

Willem-Pieter v.d. Berg trof Teun Troost. Na een opening van e4 door Willem-Pieter en e5 door Teun zette Willem-Pieter loper c4 en koos Teun voor Le7. Willem-Pieter speelde met zijn ‘aanminnige dame’ h5 en won een pion. Even later verspeelde Willem-Pieter deze pion maar won een loper van Teun. Een spannende partij die toch in remise eindigde.

Henk van Haaster ontmoette Harm de Jong. In een gelijk opgaande partij, waarbij beiden foutloos de strijd aangingen en dit gedurende de hele partij zou doorging, werd remise een feit.

Ben ten Kooster speelde tegen Wim Jurgens. Ben opende voorzichtig en kwam al vrij vroeg een pion op achterstand en moest kort daarop ook nog een paard inleveren. Toch speelde Ben niet slecht maar wist niet onder Wim’s druk vandaan te komen. In het eindspel vocht hij als Theseus maar moest uiteindelijk zijn koning omleggen.

Jaap Russchen ging de strijd met Anne Bouma aan. Omdat in hun eerdere partij een onreglementaire zet was gespeeld speelden Jaap en Anne het slot van hun partij opnieuw. Anne stond beter maar Jaap was zeker niet kansloos. Beide spelers vonden de risico’s in hun stelling te groot en kwamen al na een paar zetten remise overeen. (Vervolgens liet Anne overigens feilloos zien hoe een dergelijke stelling kan worden gewonnen!)

”Geleerden, die politici worden, krijgen gewoonlijk de komische rol toebedeeld om het goede geweten van een bepaalde politiek te vertegenwoordigen”

Friedrich Nietzsche

Duits dichter en filosoof

Leefde van: 1844-1900.

Kijk ook eens bij: www.svhetzwartewater.nl

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice