Arend van Dijk telt al vijftig jaar vogels
Geplaatst op: 16 maart 2015
Vrijwilligers van Natuurmonumenten beginnen aan het nieuwe vogeltelseizoen in De Wieden. Dat doen ze opnieuw onder leiding van Arend van Dijk. De inwoner van Uffelte is met zijn gigantische staat van dienst een autoriteit onder vogelaars. In 2018 telt hij al vijftig jaar vogels. “Dat jaar is misschien een mooi moment voor een afscheid. Langzaam merk ik dat mijn gehoor en zicht minder worden. Voor een vogelteller is dat lastig.”
Van Dijk telt vijf decennia vogels in Drenthe en sinds deze eeuw in De Wieden. Eerst beroepshalve en de laatste jaren als vrijwilliger. Van Dijk werkte lang bij Sovon Vogelonderzoek Nederland. “Vanuit alle regio’s kregen we telgegevens, maar niet uit De Wieden. Vooral omdat er geen vrijwilligers waren. Samen met Natuurmonumenten hebben we toen een systematiek bedacht en mensen gezocht. We gaan nu voor het twaalfde jaar het veld in”, vertelt de vogelkenner.
Samen met de vrijwilligers en medewerkers van Natuurmonumenten telt Van Dijk jaarlijks in een zesde deel van De Wieden. Na twaalf jaar is het hele natuurgebied dus voor de tweede keer doorlopen. Tijd voor conclusies, al is dat niet eenvoudig. “De Wieden is een gebied dat continue verandert. Vergelijkingen maken is daarom moeilijk. In grote lijnen volgen we hier de landelijke trend: met de weidevogel gaat het slecht en met de moeras- en bosvogels gaat het goed. Soms staan we voor raadsels. De populatie zwarte sterns holt de laatste jaren bijvoorbeeld achteruit, maar een verklaring hebben we eigenlijk niet.”
Tellen verveelt na al die jaren niet. Van Dijk is helemaal klaar voor het nieuwe seizoen. “’s Ochtends heb je een piek van een half uur waarin je de meeste vogels hoort. Dan wil ik er zijn. In juni begint die piek om 04.00 uur. Dan vaar je middenin de nacht met je kano door De Wieden. Heerlijk. En het is nog efficiënt ook omdat je meteen alle vogels hoort. Sta je later op, dan moet je vaker naar je gebied. ‘Luie vogelaars’, noem ik dat”, glimlacht Van Dijk.
Het zien of horen van bijzondere vogels maakt het vak boeiend. Wat dat betreft zit Van Dijk goed in De Wieden. “Nieuwe soorten zijn bijvoorbeeld de wespendief en de appelvink. En het gaat goed met de watersnip waarmee het elders in Nederland juist slecht gaat. 21 procent van alle watersnippen zit in De Wieden. Ook de ijsvogel doet het goed, vermoedelijk vanwege de recente zachte winters. Twee jaar terug was er nog één broedpaar, terwijl ik er nu zeker twintig verwacht.”
Zorgen heeft Van Dijk over de toekomst van het vogeltellen. “Jongeren zijn zeker geïnteresseerd in vogels, maar vinden het vooral interessant om naar een bijzondere soort te kijken. Ze houden elkaar via apps op de hoogte en rukken dan massaal uit. Voor een seizoen vogels tellen, lopen ze minder warm. Jammer, want dit is belangrijk werk. En vergeet niet dat Europa tellingen in Natura2000-gebieden ook verplicht heeft gesteld.”