18 juli 2025
Gebruikers online: 0

Wapenbezit (column Teunie Rijfkogel)

Geplaatst op: 30 april 2015 Gepubliceerd door:

Veel Nederlanders vinden dat inbrekers in ons land niet hard genoeg aangepakt worden. Vaak komt de politie pas de ochtend na de inbraak poolshoogte nemen en als ze wel gelijk komen, dan is de inbreker hem al gesmeerd wanneer ze arriveren. In de gevallen waarbij inbrekers wel opgepakt worden, komen ze er vaak met een sisser vanaf. Reden genoeg om het later nog eens te proberen. Oefening baart kunst immers?

Van hogerhand krijgen Nederlanders de tip om niet het heft in eigen hand te nemen. Wat je wel moet doen? Bel 112 en onthoud hoe de inbreker eruit ziet. Anders gezegd: laat ze vooral hun gang gaan, maar trek wel even die bivakmuts van hun hoofd. Dat er steeds vaker geweld en bedreiging bij komt kijken, moeten we allemaal maar tolereren. Verdediging is namelijk alleen toegestaan wanneer iemand echt levensgevaar loopt of iemands eerbaarheid wordt aangetast. Vaak is het dan al te laat, want als de inbreker zijn pistool op je gericht heeft of het mes tegen je keel heeft gezet, kun je al weinig meer uithalen. Drijven je natuurlijke instincten je toch tot het punt om tot de aanval over te gaan, doe dit dan wel in de juiste proporties, want anders word je zelf opgepakt. Zorg er dus voor dat je de inbreker niet al te hard op de kop mept…

Menigeen stelt dat Nederland een voorbeeld zou moeten nemen aan landen als de VS en België waar je inbrekers zelf van katoen mag geven. Een heel goede zaak, want ze moeten gewoon van andermans spullen afblijven. Waag je het bij onze zuiderburen om in te breken, dan loop je een vrij grote kans dat je aan flarden geschoten wordt. Een vrij rigoureuze aanpak, maar voor een inbreker is dat het risico van het vak. Toch?

In opdracht van Stichting Nationale Preventie Weken is er onderzoek gedaan naar het wapenbezit onder inbraakslachtoffers. Hieruit bleek dat 46% van de inbraakslachtoffers een verdedigingmiddel in huis heeft gehaald. Wat opvalt is dat veel mensen kiezen voor het klassieke verdedigingsmiddel: een honkbalknuppel. Anderen kiezen voor een mes, zware zaklantaarn, pepperspray, vuurwapen of een ander verdedigingsmiddel: “Mijn huis is 100% beveiligd, ik heb mijn schoonmoeder in huis.”

Als ik even snel een rekensommetje maak, dan kom ik tot de conclusie dat duizenden mensen met een honkbalknuppel naast hun bed slapen. Aan de ene kant klinkt dat grappig, maar ik kan ze geen ongelijk geven. Veel mensen blijken nog lang na een inbraak last te hebben van psychische en lichamelijke klachten. Een groot deel heeft bijvoorbeeld last van slaapproblemen. Dit wordt ongetwijfeld verergerd door het feit dat steeds meer inbrekers met wapens binnenkomen. Een goede waakhond die ze een hap uit de broek neemt, volstaat dan niet meer. Het is dus logisch dat iemand beter slaapt met een verdedigingsmiddel onder handbereik. Immers, slaapt iemand die bang is voor brand niet geruster wanneer er een brandalarm aanwezig is?

Wat opvalt in het onderzoek is dat Overijssel de enige provincie is waar het wapenbezit onder de 20% ligt. Even ter vergelijking: de piek ligt in Friesland, Groningen en Noord-Brabant met een percentage tussen de 60 en 80%. Opmerkelijk, want ook dit zijn provincies zonder veel grote steden. Gezien de percentages zou je denken dat Overijsselaars zich veiliger voelen in huis. Het kan ook zijn dat we nuchterder zijn of dat we de aanwezigheid van verdedigingsmiddelen niet willen toegeven.

Hoe dan ook, wanneer jij wél een honkbalknuppel naast bed of een schoonmoeder in huis hebt, is het wellicht verstandig om ook te investeren in goed hang- en sluitwerk en een goedwerkend alarmsysteem. Het verlaagt de kans aanzienlijk dat een inbreker binnenkomt (waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?), je hem knock-out slaat en niet hij, maar JIJ achter de tralies belandt.