9 juli 2025
Gebruikers online: 0

Bevlogen bijenhouder met hart voor de natuur

Geplaatst op: 19 mei 2015 Gepubliceerd door:

Jan Westrik (64) werd geboren in Spoolde, groeide op in Zwollerkerspel en woont nu in Zwartsluis. Hij is gepensioneerd coördinator bij Rijkswaterstaat. Sinds 1987 is hij voorzitter bij volkstuinvereniging De Eerpel in Zwartsluis en sinds 2006 bij de bijenhoudersvereniging afdeling Meppel. Een druk baasje, met hart voor de natuur.

In 2013 werd Jan benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. Niet alleen voor het beoefenen van het voorzitterschap bij de volkstuin- en bijenhoudersvereniging, maar ook voor zijn activiteiten binnen IJsclub Concordia, een politieke vereniging en de kerk. Destijds werd hij omschreven als iemand die mensen samenbindt; een mooie omschrijving van zijn karakter. Toch kennen veel mensen hem als een bevlogen imker. Zijn passie voor de natuur en de schepping geven hem veel voldoening.

Vraag Jan naar informatie over bijenvolken en hij trekt allerlei boeken en posters uit de kast. “Kijk, dit is mijn bijenbijbel.” Uit de kast komt een boek met roodfluwelen omslag tevoorschijn, duidelijk oud. “Elke dag leer ik nog nieuwe dingen,” zegt Jan. Bijen houden is dan ook een vak apart. Hoewel zijn opa ook imker was, heeft hij zijn eerste bijenvolk overgenomen van zijn oom. “Mijn oom ging minderen en mijn vader zei: ‘Hè, nu ben ik mijn honingproducent kwijt.’ Toen zei ik dat ik het weleens wilde proberen.” Dat dit volk doodging door gebrek aan ervaring, weerhield hem niet om het nog eens te proberen. Langzamerhand kreeg hij het in de vingers en inmiddels kent hij alle kneepjes van het vak. Met veel enthousiasme vertelt hij over zijn werkzaamheden, waarbij de ene vakterm na de andere over tafel vliegt. Gelukkig legt hij graag het een en ander uit.

Jan heeft momenteel achttien bijenvolken, maar hoopt de winter in te gaan met het dubbele aantal. Hij heeft Hollandse bijen, maar ook nafok van bijen die geteeld zijn door een monnik uit het Zuidwest-Engelse Buckfast. Volgens Jan prefereerde monnik Adam zijn bijen boven bidden en wist hij goede bijen te telen door de beste eigenschappen van bijen over de hele wereld te bundelen. De bijenkasten staan op diverse plekken: bij de volkstuinen, in Zwartewatersklooster en tussen het koolzaad in de provincie Groningen. Ook heeft hij in het voorjaar kasten tussen de appelbloesem in de polder staan. De plek van de kast is belangrijk, want bijen kunnen maar drie kilometer met nectar vliegen. De bron van de nectar is bepalend voor de structuur en smaak. Jan haalt drie honingpotjes tevoorschijn en zegt: “Hier, lust je honing? Proef maar.” Hij heeft gelijk. De soorten lopen uiteen van een milde voorjaarshoning tot een wat korrelige koolzaadhoning met een uitgesproken smaak.

De bijen die nectar ophalen zijn werksters, oftewel: vrouwtjes. De mannetjes, ook wel darren genoemd, zorgen enkel voor de bevruchting. Daarna gaan ze dood. Dit is de reden dat 95% van alle uitgekomen larven uit vrouwtjes bestaat. Lachend merkt Jan op: “Het is maar goed dat het bij mensen niet zo werkt.” Fascinerend is het feit dat werksters zich opwerken. Van kinderverzorgsters en schoonmaaksters worden zij uiteindelijk waterdragers, want bijen moeten ook drinken. Dan is er nog de koningin. Zij zorgt voor nageslacht en laat haar eten bezorgen, zoals het een echte koningin betaamt. Bijen hebben allemaal hun eigen taak en werken hard, efficiënt en gestructureerd. Dit zorgt ervoor dat Jan elke zomer honing uit de raten kan kloppen.

Iets waar veel bijenhouders last van ondervinden, is het gebruik van neonicotinoïden. Dit zijn giftige stoffen die in bestrijdingsmiddelen zitten. Jan: “Bijen hebben ook soldaten. Dit zijn bijen die in de gaten houden wie er de kast binnenkomt. Heeft een bij nectar met giftige stoffen bij zich, dan doodt de soldaat hem. Daarom zet ik mijn bijenkasten ook in gebieden waar bestrijdingsmiddelen niet gebruikt worden. Ik wil niet dat mijn bijen doodgaan.” Jan is heel duidelijk over het nut van bijen. “Zonder bijen is er geen leven. Bijen zorgen voor de bestuiving en zijn noodzakelijk voor ons leven. Het is niet voor niets dat de hele schepping zo mooi in elkaar past. Ik vind het een voorrecht dat ik me hiermee bezig mag houden, zo dicht bij de natuur.”

Honing heeft overigens hele goede eigenschappen. Jan: “Mijn kleinkinderen hadden altijd last van aften. Als ze hier kwamen kregen ze honing in de yoghurt, in de thee en op brood. Na enkele dagen waren de aften weg. Ook heb ik eens zuivere honing op een brandwond gesmeerd bij iemand. Binnen een week was het geheeld. De honing die ik verkoop is onbewerkt, gewoon puur van de natuur.” Deze helende werking komt door enzymen in de honing. Bijen slaan nectar op in de maag en vliegen dan naar de kast. Hier braken ze het uit, waarna andere werksters het weer doorslikken en naar de honingraten brengen. Jan: “Het klinkt misschien vies, maar zo gaat het. Die enzymen zorgen ervoor dat honing zo gezond is.” Dus, wie ook gebruik wil maken van deze eigenschappen… De bijen van Jan produceren met alle liefde wat honing.