Vermist in de ‘Kop’ (column Herman Slurink)
Geplaatst op: 3 juni 2015
Herman Slurink schrijft al jarenlang een column voor de website www.varenindekopvanoverijssel.nl, wat min of meer een zustersite is van Zwartsluis Actueel. Zijn meest recente plaatsen wij ook op Zwartsluis Actueel. Slurink is uiteraard de Herman van de bekende watersportwinkel bij de brug.
Wie kent niet het beeld van de vissersvrouw die op een stormachtige dag vol verwachting uitziet over de zee. Turend over de woeste huizenhoge golven hoopt zij een glimp op te vangen van de kotter die haar geliefde weer veilig thuis zal brengen.
’s Avonds laat staat zij er nog, als een schim die telkens even oplicht in het voorbij glijdende schijnsel van de vuurtoren, omringd door de namen van honderden vissers die hun dierbaren niet meer mochten begroeten en onder de golven hun zeemansgraf vonden.
Een monument aan de rand van de zee als enige tastbare herinnering, een plek om de tranen de vrije loop te laten. De zee geeft en de zee neemt, troostende woorden zonder troost, zoutloos zout. Iedere vissersplaats herbergt zo’n plaats van treurnis.
Ook het vaste land kent streken waar de mens met al zijn kennis en weten soms gedwongen wordt te buigen voor onberekenbare en respect afdwingende natuurkrachten.
De Kop van Overijssel is zo’n streek en dan met name de moerasgebieden in de Wieden en de Weerribben. Net als de vissers zijn de slachtoffers niet meer zo talrijk als in vroegere tijden, maar het leed van de enkeling beroert hele gemeenschappen en ontwricht voor een tijd het vredige en gemoedelijk bestaan van de Kopbewoner.
Het moeras is nog verraderlijker dan de zee. Zij wenkt, verleidt en misleidt. Heeft ze je eenmaal in de greep dan laat ze niet mee los en zuigt je mee de diepte in. Hap, slik en weg! De zee waarschuwt degene die haar trotseert nog middels hoge golven en schuimende koppen. Noodsignalen kunnen nog worden ontstoken en al zwemmend blijft nog de hoop.
Jona overleefde een verdrinkingsdood in de zee dankzij de walvis, in het moeras was hij kansloos geweest. Het moeras neemt het leven onder een stralende zon en wolkenloze hemel, er dreigt geen enkel gevaar.
Zo verlaten iedere maandagmorgen vroeg de rietsnijders hun huis, de ferme kus van hun geliefde gloeit nog na terwijl zij hun bromfiets of tractor starten. Velen gaan ook per fiets of te voet richting moeras. Het is een ritueel dat de eeuwen heeft doorstaan en in de streek nog amper opgemerkt wordt, een vast ingrediënt van het dagelijkse leven in de “Kop”. Eén voor één verdwijnen de mannen in het boven de pet gegroeide riet en verrichten hun zware arbeid op de drassige zompige grond.
De dagelijkse overlevering aan de elementen gedurende de winter en het vroege voorjaar maakte van de rietsnijder een puur natuurmens met een eigen cultuur en taal. Een snip noemt hij een ‘hemelgeite’ en de roerdomp is ‘de koe van de Kop’.
De lange werkdagen en een onzeker inkomen deed de aandacht verslappen voor het tijdstip van thuiskomst, vooral wanneer het een vrijgezel betrof. Zo kon het dan ook gebeuren dat een rietsnijder pas na enige dagen werd vermist. Zoekacties werden wel ondernomen vanwege het gevoel alles gedaan te hebben voor de arme ziel, maar de ervaring leerde dat het moeras heeft toegeslagen en het lijk nooit zal worden gevonden. Het doen uitgaan van een amber alert is zinloos. Het riet geeft en het riet neemt, troostende woorden zonder troost, zoutloos zout.
Wanneer half maart het meeste riet is gesneden en in schoven opgeslagen ligt langs de oevers van de meren en de sloten, komt een vastgelopen tractor tevoorschijn. Men vermoedt dat de rietsnijder zelf nog heeft geprobeerd het gevaarte vlot te trekken, maar uiteindelijk volledig uitgeput hulp is gaan zoeken. Uit respect laat men het voertuig onaangeroerd en fungeert hij als een stille getuige, als een grafzerk in het moeras.
Tijdens mijn zwerftochten door het moeras ben ik een aantal van deze monumentjes tegengekomen; een verroeste tractor, een deels gezonken punter, een landvast die leidt naar niets en zelfs een zeiljacht die in de oever is vastgelopen en waarvan de eigenaar zich na jaren nog niet heeft gemeld.
Voor de neus van de vastgelopen tractor verschijnt een viskotter op de Beulaker. De lucht is stralend blauw….. de grond zuigt aan mijn voeten en ik voel een lichte huiver.