25 april 2024 Gebruikers online: 133
Agenda
Active creations

‘Winterreise’ (column Herman Slurink)

Geplaatst op: 20 maart 2021

Een winter lang rondstruinen in de provincies Groningen en Friesland ligt nu achter mij. Zwerven door verlaten landschappen die uitnodigen tot verbeelding, dorpen of gehuchten die de naam haast niet mogen dragen door de afwezigheid van hoorbaar leven. Die eenzame stilte en verlatenheid roepen verdwenen werelden tevoorschijn die werkelijkheid worden wanneer een 12e eeuwse kerk zich boven de ochtendnevel uit lijkt los te maken van de omgeving. Een reis langs mank ogende muren, ontmoetingen met engelfiguren die vanuit oeroude gewelven op je neerkijken, laveren tussen scheefweggezakte grafzerken terwijl een ijzige wind door de kale bomen huilt.

Het zijn deze sferen die ik zocht en vond in en rond de vele kerken die ik op mijn zwerftocht tegenkwam en de komende jaren nog hoop tegen te komen. In de winter heb je de wereld voor je alleen en voel je de ziel en het mysterie van de streek tot in de diepste vezels.

Tegenover het huilen van de wind in het uitgestrekte en lege landschap voel je de warmte en de geborgenheid binnen de oude muren van de middeleeuwse kerken des te sterker. Juist als de kachel niet brandt. Als dan de lage zon door de vensters binnenvalt en licht en schaduw hun eigen verhaal van tijd en eeuwigheid op de wanden uittekenen, dan voel je je opgenomen in het grenzeloze mysterie omtrent de estafette van het leven… van generatie op generatie. Het milde serene licht relativeert de eeuwige worsteling tussen goed en kwaad en verschaft de sensitieve beschouwer hoopvol inzicht.

Voor die inzichten reiken woorden niet diep genoeg maar spreekt alleen het gevoel. Ik heb de tijd gekregen en genomen om een echo van dit gevoel in afgezwakte woorden en foto’s weer te geven. Die beelden zoek je niet, ze overkomen je…worden je gegeven. Wachten, stil zitten en kijken wat je oog verleidt.

Schubert’s ‘Winterreise’ symboliseert in 24 liederen de zoektocht van de mens naar zichzelf. “Die Liebe liebt das Wandern – Gott hat sie so gemacht – Von einem zu dem andern. Fein Liebchen, gute Nacht!” … In mijn geval een reis door wisselende sferen van donker naar Licht.

Ik zit ik in alle rust om mij heen te kijken in het koor van de 13de eeuwse Mariakerk in ’t Zand.

Bovenstaande gedachten dwarrelen door mijn hoofd terwijl ik mijn ogen heb gericht op een eenvoudig Mariabeeld dat wordt gestreeld door licht bewegende schaduwen afkomstig van het geboomte buiten de kerk…. een subtiele wijze van communiceren.

Het staren naar het Mariabeeld brengt mijn ogen weer wat meer in balans na de rondgang buiten de kerk langs dichtgemetselde vensters en nissen waarvan een aantal met metselmozaïek. Al die stenen in diverse kleuren en patronen deden je gewoonweg duizelen.

De sleutel werd mij een half uur geleden door een vriendelijk paar overhandigd en ze gunden mij alle tijd om de kerk te ervaren. Ik voelde in al mijn vezels dat dit weer een bijzonder bezoek zou worden. Ik heb mijn werk in de watersport en het is vandaag voorlopig de laatste vrije zaterdag en er werd volop zon voorspeld. De afspraak om rond 13.00 uur de sleutel te halen werd gisteravond gemaakt. Echter, toen ik vanmorgen op pad ging was er dikke mist die samentrok tot een dichte wolkendeken. Vijftien minuten voor de afspraak brak het wolkendek en wisselden zon en wolken elkaar af en zorgden voor de betoverende sfeer waarin ik mij nu bevind. Nee, voor mij is dit geen toeval meer, maar simpelweg een gift.

Ik had wellicht een zelfde soort geluk gevoeld bij ieder streepje licht dat deze ruimte raakt. Nu echter vult de volle zon het koor terwijl het schip in het half duister is gehuld en de orgelgalerij bestrijkt het schemergebied. Ik dwarrel zo door verschillende landschappen onder het toeziend oog van schilderingen uit verschillende middeleeuwse perioden van heiligen, symbolen van de evangelisten, een Man van Smarten, taferelen van het Laatste Oordeel en de simpel gestileerde tekst ‘Maria’ die als een handtekening van de kerk ergens verloren op een witgekalkte wand in het koor de aandacht trekt.

Ik hoor mijn eigen ademhaling…of zijn het de fluisteringen van de gezangen die van de wanden loskomen? Hoe vaak klonk hier het “Erbarme Dich”? We leven nu in de ‘Veertigdagentijd’ en dat heeft invloed op mijn stemming nu. Ik ben niet echt alleen, schaduwen bewegen in een trage gang over de muur, lijken los te komen van de herenbank en ik wandel mee als een reiziger tussen twee werelden.

Het orgel is in 1823 gebouwd door H.H. Freytag en F.C. Schnitger jr. waarbij ze de pijpen gebruikt hebben van het orgel uit 1662.

De sfeer daarboven lonkt en even later bezie ik de prachtige door de zon verlichte en kleurrijke binnenruimte vanuit de positie van de organist en vanachter een harpspelende koning David.

Aan humor ontbrak het in de middeleeuwen niet gezien enkele frescofragmenten op ooghoogte. Wie weet wat voor schitterende cartoons de humorloze protestanten allemaal hebben witgekalkt tijdens de reformatie.

In mijn gedachten stel ik de Petrusvraag aan Jezus: “Heer, zullen we hier een tent opslaan, want het is goed toeven hier?”, maar besef tegelijk dat ik dit mijn geliefden thuis niet kan aandoen. Het uitzien naar de komst van ons tweede kleinkind is sterker.

Met moeite maak ik mij van deze heerlijke sfeer los en daal tree voor tree weer af naar de diepte van de aarde met al haar dagelijkse wel en wee.

De schaduwen hebben het Mariabeeld inmiddels verlaten. Nu trekt de engel met trompet de aandacht zonder muziek te maken. Gouden vleugels lichten op. De fluisteringen lossen langzaam op in de gewelven en nog half in gedachten verlaat ik onder trompetgeschal deze bijzondere verstilde wereld en loop met een opgewekt gemoed de nieuwe lente tegemoet.

In de tekst van Schubert’s “Winterreise” lees je: “Fremd bin ich eingezogen, Fremd zieh’ ich wieder aus”, maar voor mij geldt: “Fremd bin ich eingezogen, wie ein Freund zieh’ ich wieder aus.”

Herman Slurink

28-2-2021 Zwartsluis – ’t Zand.

 

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice