Instructeur (63) en leerling (24) lagen 3,5 meter onder bodemoppervlak

De twee inzittenden die dinsdag om het leven kwamen toen hun lesvliegtuig neerstortte in het Zwarte Meer, waren een 63-jarige instructeur van de Lelystadse vliegschool Zelf Vliegen en een 24-jarige leerling-vlieger van de pilotenopleiding van Transavia. Dit meldt de vliegschool naar aanleiding van het tragische ongeval.

De brandweerpost van Zwartsluis, die met hun boot was uitgerukt, was als eerste bij het vliegtuigje. Al kort nadat het was neergestort wisten ze de plek te lokaliseren. Een woordvoerder van het korps meldt dat de cockpit naar schatting 3,5 meter de bodem in was geschoten. Een duiker wist de locatie te bereiken en moest helaas constateren dat hulp niet meer mocht baten.

Het vliegtuig raakte boven Genemuiden in de problemen nadat de motor mankementen vertoonde. Een deel van het vliegtuig zou diep in de bodem zijn geschoten, vertelt Albert Post uit Genemuiden. De boer stond nabij zijn boerderij toen hij het vliegtuigje naar beneden zag komen. “Je hoorde de motor aan en uit gaan, maar ze lessen hier wel vaker dus ik geef er niet altijd acht op. Even dacht ik nog dat ze aan het stunten waren, maar plots hoorde ik griezelig harde knallen. Het vliegtuigje vloog in brand en schoot in een rechte lijn naar beneden. Hij is als het ware zo het meer ingeboord”, aldus Post tegenover deze nieuwssite.

Het vliegtuigje is dinsdagavond geborgen door Tebezo uit Genemuiden.