Thuus in de Sluus: ‘Roots’
Geplaatst op: 29 oktober 2022
Herman Slurink zwierf nog eens op zijn gemak rond op de bovenverdieping van Museum Schoonewelle in Sluuspoort waar momenteel de bijzondere expositie ‘Roots’ te bezichtigen is. Geen mens kan nog rustig in de stoel blijven zitten na het lezen van dit boeiende verslag en moet de kunstwerken gaan zien. De expositie is nog te bewonderen tot 17 januari 2023.
Wat is de overeenkomst tussen een iris, een roos, een tulp, een korenbloem, een zonnebloem en een gladiool? Dat zij allemaal bloemen zijn die een totaal verschillende structuur en bloeitijd kennen. Daarbij komt dat de roos nooit een korenbloem en de gladiool noot een zonnebloem zal worden. Welke dwang, welke beïnvloeding je ook wilt toepassen, de één wordt nooit de ander. Ook de weg van wortel naar bloem verschilt en gaat door weer en wind. Zij vormen een wonderlijke verscheidenheid dat eenmaal gebundeld straalt als een prachtig boeket.
Een betere metafoor voor de unieke expositie ‘Roots’ die momenteel te zien is in “Sluuspoort” te Zwartsluis kan ik niet bedenken. De expositie is halverwege en te uniek om stilzwijgend aan voorbij te gaan.
‘Kunstenaars zijn maar rare kwasten met stadse fratsen’, werd toch over het algemeen in het dorp en onder ‘het volk’ gedacht. ‘Die kunnen beter een vaste baan zoeken willen ze de kost ooit verdienen’. Tsja….nu kijk je daar lacherig op terug, maar toch…
Zes kunstenaars die geboren en/of getogen zijn in Zwartsluis en al in hun jonge jaren naar diverse windstreken waren uitgevlogen keren terug naar hun nest. Niet vanuit heimwee of andere emotionele sentimenten, maar eenvoudigweg op uitnodiging van de expositiewerkgroep van museum Schoonewelle.
Op de gebroeders Lassche na hadden de kunstenaars elkaar nog niet persoonlijk ontmoet en dat leidde ook weer tot aangename verrassingen zoals wel bleek tijdens de opening van de exposite op 17 september jl. De weg naar gedeelde jeugdsentimenten was snel gevonden.
Er was duidelijk waardering voor elkaars creatieve expressie en tijdens de ‘koek en zopie’ werden herinneringen en ervaringen uitgewisseld. Ik ving flarden op van namen als de Centra van v. Aperlo, de zuurtjes van Baje Vinke, de Trekgaten, van Goor en Spiekman en wat al niet meer. De mix van het Sluziger dialect met het Twents, Grunnigers of anderzijds gebrekkig Hollands was al een kunstvorm op zich.
Staande voor het venster van de expositieruimte keek men neer op het plein voor het oude gemeentehuis. Deze was leeg en verlaten en menig kunstenaar zag zichzelf tijdens de aubade op Koninginnedag staan, zingend uit volle borst: “In naam van Oranje doe open de poort”. Ik zag nog net geen tranen.
Daarom is het goed om weer thuis te zijn en te zien dat ook de dorpsgeest is meegegaan in de vaart der volkeren en daar blijk van geeft middels deze expositie die iedere Sluziger van jong tot oud gezien moet hebben.
Wie zijn deze kunstenaars die buiten Zwartsluis meer bekendheid genieten dan in hun eigen dorp, tenminste tot nu toe.
In de glaskunst van Ans Bakker komt de schepping in de meest onwaarschijnlijk fraaie vormen en kleuren tot uitdrukking waarmee zij wil zeggen: “Schoonheid kun je overal leren zien, als je maar durft te ervaren”. Middels haar werk leer je met andere ogen naar de natuur te kijken en de kracht en schoonheid die in haar en daarmee in onszelf schuilt te herontdekken. Haar werk wordt wereldwijd geëxposeerd zoals dit jaar nog in het Toyama Glass Art Museum in Japan.
Toen ik een half uurtje alleen in de expositieruimte was om wat foto’s te maken ter illustratie van dit verslag overkwam mij hetzelfde als wat ik ervaar bij het ‘bestuderen’ van oude boomstronken etc. Hoe langer je kijkt hoe meer je ontdekt. De kosmos lijkt in glas gevangen en openbaart zich in duizenderlei details. Verrassend mooi.
Vanuit deze wonderbaarlijke wereld van oervormen in glas treed ik de steriele lichte ruimte binnen van de St. Johanneskirche. Henk Terwal schildert kerkinterieurs op realistische wijze maar in een lege weidse, doch verstilde ruimtelijkheid die uitnodigt tot bezinning…. eigenlijk kun je niet anders. Hier wil je zijn, hier huist schoonheid bevrijd van overdadige opsmuk en tierlantijn dat afleidt van de essentie. Je kijkt niet naar deze schilderingen maar treedt er binnen. Een vergelijk met de andere Henk, Henk Helmantel, gaat wat mij betreft niet op. Bij Helmantel proef ik meer de mystieke sfeer en ruik ik kaarsenvet en stof, je voelt de middeleeuwen. Bij Terwal is de restauratie voltooid en lijkt het paradijs een feit.
Om de overgang draaglijk te maken wijk ik uit naar het warme betoverende kleurenspel van de moeraslanden rond Zwartsluis dat vanuit de diepste krochten van de ziel van Henk Lassche op het doek is gebracht. Hij voelt zich intens verbonden met het mystieke landschap van de Wieden en noemt dit gebied dan ook ‘Mijn Paradijs’, hij ligt er regelmatig voor anker.
Wij kennen elkaar al wat langer via de winkel en altijd weer komen we tijdens een gesprek superlatieven te kort om die schoonheid te benoemen. Het is ook niet in woorden uit te drukken en waar taal ontbreekt is er het penseel dat de werkelijkheid in abstracte vorm en kleur tracht weer te geven. Wanneer ik door het glas van Ans kijk naar het doek van Henk dat de zon lijkt te hebben opgenomen, lijkt het of ik van onder het borrelende wateroppervlak van de wieden het riet op de oever voorover zie buigen. Je verbeelding raakt op hol door anders te kijken en er de tijd voor te nemen.
Zijn broer Simon Lassche typeert zichzelf als een gevoelsmens. Hij keert zijn ziel binnenste buiten om zichzelf helemaal te laten zien. Hiervoor moet hij wel in de stemming zijn, hij kruipt niet voor de lol voor zijn ezel om een leuk prentje te maken. Zijn werken ruiken naar teer, je voelt de koelte in de golfslagen van het Zwarte Meer en je blik zuigt zich vast in zijn werk als de laarzen in het veen. Ook hij keert vaak naar de Wieden en het moeras terug om te ruiken, diep in te ademen en zich te laten begroeten door het altijd wuivende riet. Ik bespeur in Simon meer donkerte, een anderssoortig mysterie dan bij zijn broer al voel je de gemeenschappelijke bron waaruit de drang tot verbeelding is ontstaan. Of is Henk wellicht meer romantisch ingesteld. Ik zal het eens vragen.
Het meest bekend is Ronald Westerhuis die als enige niet in Zwartsluis is geboren maar er wel is opgegroeid. Hij werkt het liefst met roestvrij staal. Ik heb diverse werken van hem gezien zoals de enorme bol met spiegels ‘Rowsome’ bij Kasteel Nijenhuis bij Heino dat een onderdeel is van Museum De Fundatie te Zwolle. Landelijke bekendheid verwierf hij met het realiseren van het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de vliegramp met de MH 17.
Hij ontwierp in 2003 het symbool voor de Olympische Spelen in Peking: ‘De Vlam’. Toonaangevende werken staan o.a. in Amsterdam, Milaan en Shangai. In museum Schoonewelle presenteert hij zich op meer bescheiden maar niet minder kunstzinnige wijze. Hij was helaas verhinderd tijdens de opening dus van een kennismaking kwam het niet. Betoverend zijn de spiegelende prisma’s in zijn werken. Ik probeer details van een bol te fotograferen zonder mijzelf te zien, maar waar ik ook ga en inzoom, ik kan mezelf niet ontlopen, net zomin als vluchten voor je schaduw. Ongelooflijk knap gemaakt.
Op woensdag 7 december komt Ronald naar “ Sluuspoort” voor een lezing. Aanvang 19.30 uur.
Voor wie denkt nog eens een paar fraaie schilderijen uit het rijke oeuvre van mijn zwager Harjo Martinus te bewonderen die komt bedrogen uit. Je zult bij mij thuis moeten kijken om drie levensgrote schilderijen te vinden of moeten afreizen naar Groningen. Zijn werk heeft een totale metamorfose ondergaan en de primeur vinden we hier.
Niet dat de bron was opgedroogd maar lastige lichamelijke verschijnselen dwongen hem gaandeweg tot andere experimentele uitingen. Voor de intimi stond hij erbij als een kale boom in de herfst. Staande in weer en wind en van ieder blad ontdaan. De buitenstaander ziet een boom waar schijnbaar weinig leven van afstraalt. Echter, diep onder de grond, in het binnenste der aarde gist en bruist het en heerst een activiteit van jewelste ter voorbereiding op de eerste knoppen in de lente. En de lente werd tot zomer, de kwast werd het toetsenbord en het het doek een scherm en….. zijn ogen vierkant.
Geen schilderkunst maar digitale kunst en de primeur vinden we aan de wand in de vorm van verrassende fantasie- en kleurrijke ingelijste prints. Stap in zo’n typisch Fillipijns autootje en rijd mee door de chaotische straten van Manilla vol kramen en wasgoed, schuurtjes en kroegjes. Je voelt de neiging om een dikke sigaar op te steken.
Zes kunstenaars, geboren en/of getogen in hetzelfde dorp….samen vormen zij een schitterend en uniek boeket van totaal verschillende kunstuitingen. Ze kwamen niet terug uit heimwee, maar dit volgt onherroepelijk later, wanneer de kunstwerken weer moeten worden ingepakt en de betovering van een kortstondige eenheid in verscheidenheid wordt verbroken en ieder weer zijns weegs gaat.
Maar zover is het nog niet. De expositie duurt nog tot 17 januari 2023 en iedere Sluziger of Zwartewaterlander moet dit gezien hebben. Grijp die kans.
Herman Slurink