17 juli 2025
Gebruikers online: 0

Pasen en verder: De cruciale vraag aan Petrus

Geplaatst op: 19 april 2025 Gepubliceerd door:

Wat de tijd is?…, als niemand het mij vraagt weet ik het; als ik het wil uitleggen, weet ik het niet”, zei Aurelius Augustinus 1600 jaar geleden. Dit zou ik kunnen zeggen van ‘geloof’, als niemand mij er naar vraagt passeer ik grenzen en ervaar ik vergezichten die voor mij persoonlijk voorbij ‘geloven’ reiken, maar vraag je me naar wat ik zie en voel, dan begint het stamelen en is zwijgen vaak de beste optie.

Gedurende mijn leven heb ik ervaren dat gesprekken over geloven vaak uitlopen op discussies die meer met wetten en bevochten kaders te maken hebben dan met diepere persoonlijke ervaringen. Een discussie tussen verstand en geest. Je leert ontdekken hoe bepalend het is in welk milieu je geboren bent en verder doordenkend in welk land en godsdienstige cultuur.

Een kind van de ‘preciezen’ loopt rond met een schuldgevoel wanneer hij bijv. op zondag een pint op een terras pakt terwijl zijn buurman als kind van de ‘rekkelijken’, deze frank en vrij achterover slaat. Voor de één is de zaterdag de rustdag, voor de ander de zondag, de rituelen rond midzomer- en midwinterdag zijn heilig of heidens en zo raakte de mensheid meer en meer verdeeld en vervreemd van de kern.

Wanneer die verdeeldheid dan ook nog eens oplaait binnen de eigen kleine kring dan mag je je toch tenminste afvragen waar religie voor staat… juist, voor verbínding. De geschiedenis getuigt echter van het tegendeel.  “Heb God lief boven alles en de naaste als jezelf!” is het hoogste en belangrijkste gebod dat wordt geleerd ….waarom in Godsnaam dan toch altijd weer die tweespalt?

De discussies en het onbegrip moe stapte ik ruim 40 jaar geleden geestelijk uit de vertrouwde traditie en begon een boeiende, leerzame wereldreis door eeuwen religieus en spiritueel gedachtengoed….en ontdekte weer de Bron waar zuiver water is te vinden, een plek om telkens van weg te trekken en weer naar terug te keren. Een plek die net als de bovengenoemde tijd niet direct valt aan te wijzen als je mij er naar vraagt. Net zo raadselachtig zijn de gebeurtenissen na Goede Vrijdag en Pasen…..moeten we deze beschouwen als voeding voor het verstand of voor de geest?

Was het de Tuinman die Maria Magdalena bij het lege graf ontmoette op Paasmorgen? Wie liep er mee met de Emmaüsgangers? Wie kwam er dwars door de muren binnen bij de verslagen volgelingen? Wie verscheen als uit het niets bij de vissers aan het meer? Dit lijkt me geen gedrag van een mens van vlees en bloed. Dus wie zegt mij dat dergelijke verschijningen ook niet de verdere geschiedenis ná Pasen plaats vonden en ook vandaag nóg plaatsvinden?

Bij de verschijning aan het meer wilde Petrus wel wegkruipen van schaamte over de verloochening, maar er werd een hand op zijn hoofd gelegd en er klonk slechts één(!!) vraag die tot drie keer toe werd herhaald: “Hebt gij Mij waarlijk lief?”…. niet meer en niet minder.

Geen ingewikkelde theologische constructies waarin het conflict al ligt besloten zoals ‘gelooft gij in de Drieëenheid’, of ‘dat Jezus gestorven is voor onze zonden’ of ‘in de enige ware leer alhier geleerd’ of wat ook maar, nee… alleen: “Hebt gij Mij waarlijk lief?”….. tot drie keer toe.

In die ene cruciale vraag aan Petrus vond ik de sleutel die deuren opende waardoor de geur van een frisse lente binnenstroomt.

Herman Slurink, Zwartsluis