18 juli 2025
Gebruikers online: 0

Het mysterie dat Léven heet

Geplaatst op: 31 mei 2025 Gepubliceerd door: Robert Jansema

Gedachten op weg naar Pinksteren, van rouw naar begeestering

Ik voel me vaak een zwerver, doler of een pelgrim. Het zijn benamingen die tot de verbeelding spreken omdat ze in relatie staan tot het onbekende, het onderweg zijn, zoekend naar het raadsel dat je zelf bent. Nu hoef je niet naar een ver oord om nieuwe inzichten of verandering te ervaren…..de natuur in onze regio heeft alles in zich om een glimp van het mysterie dat Léven heet te openbaren : “Het gaat om de weg, niet om het doel, deze valt je toe” las ik ooit eens en zo voel ik mij bij iedere gang door de velden en langs de meren vaak als een pelgrim in het heden. De maand mei vervult tijdens die rondzwervingen toch wel een speciale rol. Na een lange winterreis van langzaam versterven naar een schijnbare dood lijkt de natuur ineens los te barsten van bloei en Léven, als een voor ieder zichtbaar teken om bij neerslachtigheid of rouw en verdriet het zicht op dit vaststaand levensritme vol hoop en jubel niet te verliezen.

Vooral de tijdspanne rond zonsopkomst en zonsondergang is werkelijk fascinerend en dit grootse mysterieuze gebeuren wekt gevoelens en gedachten op die met woorden haast niet te vangen zijn. Door wat zich allemaal om je heen voltrekt word je ten diepste bewust van een voortgaand leven, een besef dat het lichaam slechts een tijdelijk voertuig is van dit leven. Wié kijkt er eigenlijk van binnenuit door mijn ogen? Ik raak er meer en meer van overtuigd dat dit leven onvergankelijk is en dat het ervaren van de diepste gevoelens buiten de registratie van de hersenen om gaat. Oprechte tranen van rouw zijn niet te stoppen omdat ze naar boven wellen vanuit de diepe innerlijke Bron van Liefde. Vanuit diezelfde Bron in ons zal ook de innerlijke rust en vrede komen die deze liefde met zich meebrengt. Voor alles staat een tijd, niets in de schepping heeft haast, behalve de mens. In dit besef ligt de sleutel tot een diep ervaren van schoonheid en vreugde, van onafscheidelijke verbondenheid met de mens van voorbij die je wérkelijk liefhebt. Ik schrijf dit bewust in de tegenwoordige tijd, dus geen liefhad, omdat dit gevoel buiten de tijd om ervaren wordt. Zij staat in relatie tot de eeuwigdurende voortgang zoals ik die zie wanneer de zon ’s avonds ondergaat en tegelijk bedenk dat deze in werkelijkheid nooit ondergaat en niet aflatend zijn Licht blijft verspreiden. Is het niet hier, dan wel in Australië. Het is maar hoe je oog gericht is: materieel of geestelijk, realistisch of verbeeldend. De materie houdt op, de geest niet en liefde is geestelijk.

Zo waarnemend leer je de natuur te lezen en lijkt zij te spreken in gelijkenissen. Geduld en vertrouwen spelen daarbij een cruciale rol. Let op de openbaring van binnen uit, opborrelend uit een diepe Bron, de echo van het Evenbeeld waarnaar wij zijn geschapen. De klank van het beloofde Koninkrijk van onvoorwaardelijke liefde dat reeds in ons aanwezig is en slechts verlangt naar buiten toe geleefd te worden.

Met dergelijke gedachten en ervaringen word je al gauw een fantast en een zwever genoemd. Op iedere beleving moet kennelijk een etiket gedrukt worden. Ik voeg deze benamingen echter graag toe aan het rijtje waarmee ik deze column begon en voel geen schaamte deze te delen. Juist in deze tijd, waarin het dagelijkse gesprek meer gaat over angst voor oorlog, ziekte of welke levensgevaarlijke dreiging ook, dan over de energiegevende jubel over de schoonheid waarmee we zijn omringd. Je vraagt je af of er nog enig benul is van wat een Pinkstergeest ten diepste inhoudt. Deze waait niet voor niets waarheen hij wil, omdat deze alles te maken heeft met vrijheid en een leven dat zich niet laat domineren door angst. Een leven dat zich niet in zuilen en tussen opgeworpen muren laat vangen. Het is de begeestering van de rustgevende overgave aan het mysterie dat Léven heet, dat net als de zon haar licht onophoudelijk verspreidt, ook als wij dat even niet zien.

“Je verstopt je in een verlangen naar een utopisch bestaan om aan de aardse realiteit te ontsnappen” wordt vaak gezegd. Dan zoek ik naar een metafoor om een glimp van hetgeen dat je ervaart duidelijk te maken om te voorkomen dat je niet helemaal als dwaas wordt weggezet:

“Verlangen naar een utopisch bestaan? … jazeker, maar ook een zeker weten, dat heeft het leven mij door vallen en opstaan geleerd. Want dit bestaan is net zo reëel aanwezig als dat er water bestaat voor een mens die zonder enig kennis van water midden in de woestijn wordt gedropt en gaandeweg vergaat van de dorst. Zijn gevoel van dorst zegt dat er water móet zijn, maar waar hij ook kijkt, hij ziet slechts brandend zand en geen druppel vocht. Tóch bestaat het érgens en gedwongen door de dorst gaat hij op zoek. De rest is overgave en vertrouwen aan het mysterie dat Léven heet en eeuwig is. Ieder mens kán weten dat dit alles met onvoorwaardelijke Liefde te maken heeft. Het is ons met de geboorte meegegeven. Herkenbaar aan de eerste impuls vanuit je innerlijk, als Stem van het geweten.

Herman Slurink, Zwartsluis