Zwartewaterschaken

Op 29 oktober 1959, 60 jaar geleden, verschijnen Asterix en Obelix voor het eerst in het openbaar. De striphelden van Albert Uderzo en René Goscinny zijn te zien in een strip in de Franse krant Pilote. Niet lang daarna verscheen het eerste album van de dappere Galliër en zijn vrienden in een oplage van 6500. De stripheld die steevast wordt bijgestaan door zijn boezemvriend Obelix, hondje Idefix en druïde Panoramix, is sindsdien uitgegroeid tot een miljoenenbusiness. Tot 1999 zijn er in totaal dertig albums uitgegeven in meer dan negentig talen. De totale verkoop ligt op bijna 300 miljoen exemplaren.

Ondanks deze striphelden opende Henk Terpstra tegen Klaas-Jan v.d. Vinne. Henk was er met zijn ‘schaakhoofd’ niet bij, wellicht dacht hij aan Asterix en Obelix waarin hij zichzelf nog steeds in herkende, en deed al vroeg in de partij een paar stukken aan Klaas-Jan cadeau. Deze op zijn beurt, groot liefhebber van het hondje Idefix en zelf trotse bezitter van een West highland white terrier, nam deze stukken gulzig aan. In het eindspel verbond Klaas-Jan zijn twee torens aan elkaar en bracht hij Henk de genadeklap toe. Henk haastte zich snel huiswaart alwaar hij meteen verder las in ‘Asterix en de Noormannen’.

Noah Emanuels trof gastspeler Asje Palland. Het was een gevarieerd open spel met kansen voor beide spelers. Noah kwam in het eindspel echter sterk onder druk en verloor een toren en ondanks goed spel van zijn kant was het Asje die er met de winst vandoor ging.

Jaap Russchen nam het tegen Piet Françoise op. Piet, gezien zijn achternaam, behorende tot één van de laatste dappere Galliërs, bracht al vroeg zijn ‘attrayante madame’ in het spel. De ‘madame’ kwam direct onder vuur van Jaap’s stukken te liggen. Alleen ten koste van een toren kon zij haar vege lijf redden, maar ondanks haar redding speelde Jaap vervolgens een gewonnen partij.

Jan Wiers ontmoette Haaye Tiggelaar. Na een wat bijzondere opening 1.d4-d5 2. Pf3-Pf6. 3. g3-Pc6 4. Lg2-h6, volgde een gelijkwaardige partij. In het middenspel rokeerde Jan kort en Haaye lang.

Kort daarop werden de beide ‘aimabele dames’ geruild. Haaye had met zijn loper een pion moeten slaan, maar deed een andere zet en stelde de ruil uit. Kort daarna stelde ‘noeste Jan’ een toren ruil voor wat gebeurde. Haaye had daarna een sterke loper en Jan een paard aan de rand. Haaye kon een pion naar voren schuiven, die Jan niet meer kon verdedigen en gunde daarmee de partijwinst aan Haaye.

Henk van Haaster schaakte tegen Ben ten Klooster. Ben gaf vroeg in de opening zijn loper weg en hierdoor kwam zijn stelling in de verdrukking. Toen Ben ook nog een belangrijk stuk verloor was het spel snel ten einde en ging Henk er met de winst vandoor. Ben mompelde nog wat en dacht heel even aan Obelix, die Menhirbouwer van beroep was en in zijn vrije tijd groot liefhebber van everzwijnen.

Wim Jurgens speelde tegen Teun Troost. In een gelijkopgaande partij gingen beide schakers het gevecht. In het middenspel werden er stukken geruild en het leek erop dat ’taaie Teun’ ‘remise Teun’ werd, echter zo ver kwam het niet. Wim maakte in het eindspel een bévue door zijn paard aan Teun te schenken, die acuut met zijn ‘wellustige dame’ het paard omhelsde. Een paar zetten later gaf Wim zijn ‘schaakpijp’ aan Teun.

“ Ons eigen geluk hangt af van de glimlach van de anderen”

Albert Einstein

Duits – Amerikaans natuurkundige

Leefde van: 1879-1955

Kijk ook eens bij: www.svhetzwartewater.nl