Schaakuitslagen

Op 3 mei 2006, 13 jaar geleden, overlijdt Nederlands bekendste kunstenaar van de CoBrA beweging Karel Appel. In de jaren 1940-1943 ontmoette hij tijdens zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam Corneille. In 1946 reisde hij met hem naar Luik en exposeerde in 1947 samen met hem. Met Corneille maakte hij eveneens een reis naar Parijs. Bij terugkeer leerde hij Constant kennen en in 1948 exposeerden zij gedrieën in Amsterdam. Op 16 juli 1948 richtten zij samen met Anton Rooskens, Theo Wolvecamp en Jan Nieuwenhuys de Nederlandse Experimentele Groep op. Karel Appel is op 8 november 1948 tevens medeoprichter van CoBrA. Zijn werk veroorzaakte in de Nederlandse kunstwereld van de veertiger en vijftiger jaren veel deining. In de Cobrajaren schilderde hij in felle kleuren en in simpele vormen en stevige lijnen vriendelijke onschuldige kindwezens en fantasiedieren. Hij werd vooral beroemd om zijn credo: “Ik rotzooi maar wat aan.”

Niettemin en beiden groot liefhebber van Karel Appel openden Harm de Jong tegen Willem-Pieter v.d Berg. In het begin van de partij gaf Willem-Pieter al snel een loper aan Harm cadeau. Willem-Pieter moet gedacht hebben “ik rotzooi maar wat aan” en dat bleek ook het geval te zijn, want het verlies van deze loper beheerste de hele partij. Harm beslechtte uiteindelijk de partij in zijn voordeel.

Jan Wiers speelde tegen Ben ten Klooster. In de opening vergat Ben zijn stukken te ontwikkelen en Jan ging in de aanval. Hierdoor stootte hij in één keer door met een geslaagde mat aanval en had Ben het nazien.

Joas Tiggelaar ontmoette Teun Troost. Teun kwam niet goed uit de opening en begon met het ruilen van stukken waaronder de ‘aanminnige dames’. In het eindspel had Joas een loper en 2 pionnen  en Teun een paard en 3 pionnen. Kort daarop sneuvelde de loper en beider pionnen en was remise onafwendbaar.

Klaas-Jan v.d. Vinne trof Ebo Bos. Ook zij waren bekend met de CoBrA beweging en experimenteren zelf thuis regelmatig met schilderijen in felle kleuren en stevige lijnen. Aan de sterke serie van schaakpartijen kwam voor Ebo een eind. Bovendien deed hij deze keer iets geheel anders door laat te rokeren, wat achteraf geen succes was. Door het verlies van Ebo’s paard kreeg Klaas-Jan een sterke aanval waartegen geen goede verdediging meer mogelijk was. Kort daarop gaf Ebo op. Naar zeggen zou hij bij het verlaten van de Sociëteit geroepen hebben “Ik rotzooi maar wat aan”.

Henk Terpstra nam het tegen Jaap Russchen op. Na de opening was de partij in evenwicht tot het moment dat Henk Jaap onnodig een paard cadeau deed. Henk bleef vol op de aanval spelen waardoor Jaap, ondanks het materiële voordeel, nog moest oppassen. Toen Henk’s ‘ravissante dame’ op c6 sloeg kon Jaap zijn zwarte toren naar e1 spelen. Henk’s koning ging nu toch onherroepelijk mat!

Wim Jurgens nam het tegen Anne Bouma op. Het werd een spannende partij waarbij Wim in het begin niet goed opende en Anne het initiatief kon nemen. Gaande de partij werd er veel afgeruild en kon Anne met twee sterke torens Wim in de verdediging terug dringen. Door goed samenspel van beide torens en een foute koningzet van Wim was schaakmat een feit en ging Anne met de overwinning naar huis.

”Zijt gij een slaaf? Dan kunt gij geen vriend zijn. Zijt gij een tiran? Dan kunt gij geen vrienden zijn”

Friedrich Nietzsche

Duits dichter en filosoof

Leefde van: 1844-1900.

Kijk ook eens bij: www.svhetzwartewater.nl