29 april 2024 Gebruikers online: 48
Agenda
Active creations

Het Zwartewaterland-gevoel van Corné Schaart

Geplaatst op: 13 september 2019

Corné Schaart (archiefbeeld)

De Actueelsites gaan deze zomer en daarna op zoek naar het ‘Zwartewaterland-gevoel’. Bestaat dat, hebben mensen dat en wat is dat dan? Waar denken ze aan bij Zwartewaterland en waar komen ze graag? We gaan op bezoek bij bekende en minder bekende inwoners van Zwartewaterland. Vandaag de achtste: Corné Schaart, een bekende en markante Sluziger.

“Ik ging mee als sportmasseur en fietser van Roparun Team Zwartewaterland, ik ben speaker van de Zwartewaterlandloop, presentator van een sportprogramma van ZwartewaterFM, maar voel ik mij een  Zwartewaterlander? Nee, ik ben en voel mij een Sluziger”, zegt Corné Schaart.

Over Hasselt kan hij maar kort praten. “Ik heb een jaartje bij Olympia’28 gevoetbald, en er loopt een leuke gracht door de kern. Ook heb ik een rol gespeeld in het WG vd Hulstfestival als interviewer van Elfstedentochthelden zoals Jeen van de Berg, Reinier Paping en zeezeiler Henk de Velde. Ik heb onlangs geholpen in de tent als barkeeper tijdens Euifeest. Maar verder niet veel.”

En over Genemuiden is hij nog korter. “Ik heb bij Sportclub 1 als lokale sportverslaggever gevolgd met Yves Heskamp, André de Boer en Gerry Hamstra als trainer en er is een leuke tennisclub. Genemuidenaren zijn hardwerkende mensen, en soms een beetje materialistisch misschien, maar verder heb ik er ook niet heel veel mee.”

Bestuurlijk snapt hij het ontstaan van Zwartewaterland wel. “De kernen zijn te klein om alledrie zelfstandig verder te gaan. Dat kan niet meer in deze tijd. Maar of het als burger nou allemaal zo veel handiger is geworden. Voor elk wissewasje op gemeentegebied moet je naar Hasselt. Het contact is weg”, vindt hij.

Zo moest de bouwvergunningsaanvraag voor hun huis digitaal. “Daar zit de een of andere monumentenstatus op. Dat mag er van mij af maar dat kan niet, pfff, wat een ingewikkeld gedoe allemaal.  Ik mis dan het menselijke aspect. Even met elkaar om tafel, even elkaar helpen, dat scheelt tijd, geld en ergernis.”

Schaart is al bijna twee jaar bezig met een grondruil met de gemeente. “En dat is nog steeds niet afgewikkeld. De ambtelijk molens zijn er sinds de samenvoeging niet sneller op gaan draaien, heb ik het gevoel. Nee, doe mij maar gewoon Zwartsluis.”

Hij groeide op in het centrum van Zwartsluis. “Als kleine jongen woonde ik naast de Hervormde Kerk waar mijn ouders koster waren en het Trefpunt beheerden. Ik voetbalde bij DESZ en ging naar de Mavo. Dat was een prima tijd.”

Schaarts moeder is een echte Sluziger, een dochter van slager Lok van het Buitenkwartier. “Zij was de reden dat mijn ouders, die voor mijn geboorte schippers waren en weer aan de wal wilden komen, voor Zwartsluis kozen. Bovendien kon mijn vader bij de Koninklijke Buisman aan het werk.”

Zwartsluis heeft ook alles wat hij nodig heeft. “Om uit eten te gaan, hoef ik het dorp niet uit. Ik doe dat ook het liefst in Zwartsluis, keuze genoeg, dan kan ik op de fiets naar huis. En voor terrasjes moet je ook hier zijn, je kunt zelfs kiezen. In de dorpskern is alles ook prima voor elkaar, groenteman, slager, slijter, bakker, drogisterij, visboer, fietsenhandel, supermarkt en dat allemaal op een paar vierkante meters. Ik kan het lopend af.”

Ook activiteiten zijn er voldoende, vindt hij. “Best wel knap wat een paar actievelingen voor elkaar krijgen. Sleepbootdagen, Zwartsluis onder Zeil, bokkentochten, Watermuzefestival, huiskamerconcerten, de Sluuspoort, braderieën en ook een heuse modeshow.”

Maar ook het oog wil wat, zegt Schaart. “Wat te denken van de schepen aan de Havendijk of de oude schepen aan de Handelskade, afgewisseld met de luxe jachten. Als je bij het Botterhuus staat, daar waar de ZS13 ligt en je kijkt dan richting de kerk, de boten, de terrasjes, dan kan het niet anders dan dat je je toch een beetje in Saint Tropez waant.” Oké, met een beetje fantasie dan. 

“Eigenlijk hoef ik dus Zwartsluis niet uit, behalve voor mijn werk en PEC Zwolle, waar ik als verslaggever op de blindentribune zit”, besluit Schaart. “Nee, in de Sluus voel ik mij thuus.”

Gepubliceerd door Enrico Kolk
Aquaservice