Middeleeuwse schilderingen als opmaat naar de Stille Week en Pasen
Geplaatst op: 9 april 2022
(Door: Herman Slurink) In de afgelopen maand heb ik weer een avontuurlijke winterzwerftocht langs oude middeleeuwse kerken in de noordelijke provincies mogen afsluiten. Daar waren deze keer ook een aantal kerken uit de regio bij en ik was blij met de positieve reacties op mijn verslagen over de kerken van Wanneperveen, Kolderveen, Ruinerwold, Ruinen, Hasselt en Vollenhove die ik hier mocht publiceren.
Soms volgt een bezoek op een spontane ontmoeting maar in de meeste gevallen ligt een sleutel klaar en zit ik ’s morgens rond zonsopkomst al in mijn eentje in een kerk. De tot leven komende sferen zijn mysterieus en niet simpelweg te duiden. Middels woord en beeld tracht ik deze ervaringen te delen in de hoop soortgelijke emoties op te roepen bij de lezer. Door dit stilaan te blijven doen zie ik de interesse toenemen en reizen mensen mij na.
Ik hoop natuurlijk dat het daar niet bij blijft en het besef doordringt hoe belangrijk het is om deze monumenten te behouden voor ons nageslacht. Een simpel donateursschap draagt hier al toe bij.
Ik zwerf dus rustig in mijn eigen tempo voort en geniet van wat me telkens toevalt. Dit te doen kost geen energie, maar schenkt energie.
Zo wil ik de lezers van Zwartsluis Actueel nu graag meenemen naar de 13e eeuwse Petrus en Pauluskerk van Loppersum. Op de gewelven en muren vind je de belangrijke gebeurtenissen uit het passieverhaal verbeeld in prachtige schilderingen. Ik hoop hiermee een sfeervolle opmaat te geven naar de Stille Week en Pasen.
De Petrus en Pauluskerk van Loppersum, een oase van rust in een woelige wereld
De wekker loopt om 6 uur af en roept als een heraut een dag vol avontuur. Ik kan geen mens uitleggen wat er door me heengaat bij het idee dat ik bij het krieken van de dag helemaal alleen in de Kathedraal van het Noorden het eerste zonlicht mag verwelkomen.
Er is een dag voorspeld waarbij de zon stralend opkomt en ondergaat, een zeldzaamheid deze winter. Een uitgelezen dag voor een bezoek aan de Petrus en Pauluskerk van Loppersum, de gotische kruiskerk die werd gebouwd tussen de 13e en 16e eeuw.
Dit bezoek is een bewuste keus als afsluiter van weer een winterzwerftocht langs oude middeleeuwse kerken in de noordelijke provincies. Een bewuste keus ook vanwege de ‘Veertigdagentijd’ waarin wij nu leven, als een periode van bezinning en reflectie op het heftige wereldgebeuren in relatie tot het Passieverhaal. En waar spreekt de emotionele betrokkenheid meer dan in een eeuwenoude kruiskerk waar dit passiegebeuren op de gewelven wordt verbeeld in prachtige schilderingen.
Onderweg luister ik naar de Passio van de Letse componist Arvo Pärt, hoe noordelijker de klanken, hoe verstilder de uitwerking. De duur van de cd is de afstand naar de kerk. De kop van de ochtendkrant schreeuwt oorlog en bruut geweld. De muziek en het vredige vorstige ochtendlandschap in het weidse Groninger land vertellen van een andere wereld en je voelt de emotie tot op het bot. Groningen kent de klappen van de zweep en het beven van de aarde, als tastbare symbolen van valse beloften en roofbouw op het leefgebied.
Het leren kennen en leven van de onvoorwaardelijke liefde, de route van inzicht naar vergezicht, blijkt een lange moeizame weg.
“Zal de hele weg bergopwaarts gaan?
Ja, tot aan het laatste eind.
Duurt de reis de hele lange dag?
Van ochtend tot avond, mijn vriend”.
C.G. Rossetti (1830 – 1894)
Een spannend moment breekt aan. Als het goed is ligt de sleutel verborgen achter een code in een kluisje dat aan een schutting hangt. Ik rij een woonwijk binnen en alles klopt totdat… het deurtje vast zit. Oei, na wat wrikken, kloppen en angsten de buren te wekken springt hij ineens open en glinsteren mij drie sleutels tegemoet. De ene grote past exact in de kluis en blokkeerde de boel vermoedelijk.
Met een schema in de hand van welke sleutel op welke deur past vervolg ik mijn weg naar de kerk. De vroege morgenzon hult haar in een warme gloed dat nodigt tot een sfeer van oud en mijmeren bij haardvuur. Niet veel later sta ik wederom te wrikken bij de noorddeur. Het luistert erg nauw en met wat gevoel en ervaring dat niet alles vanzelf gaat hoor ik de bevrijdende klik.
Ik stap in een schilderij van Johannes Bosboom (1817 – 1891) maar dan vervolmaakt vanuit andere sferen. De borstelige grove schetsen lijken nu uitgewerkt tot strakke lijnen en symmetrisch perfectionisme. Ik wordt opgenomen in een geheimzinnig ochtendlicht dat van plan is al haar geheimen prijs te geven ten koste van woorden deze te beschrijven.
Ik word als eerste de Mariakapel aan de noordzijde ingetrokken en deelgenoot gemaakt van alle belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Maria, zeg maar vanaf haar geboorte en die van Jezus tot aan haar hemelvaart. Ronduit ontroerend mooi geschilderd zijn de verschijning van Gabriël aan Maria of wel de Annunciatie en de visitatie, het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper. Allemaal taferelen van mensen zoals u en ik, geroepen om die kostbare schat van onvoorwaardelijke liefde aan het licht en tot wasdom te brengen, het met je leven te beschermen opdat zij niet in verkeerde handen valt en misvormd wordt tot een dwaallicht.
Wat staat me nog meer te wachten. Vanuit het hart van de kerk blik je weids het hoge laat-gotische koor in. Wonderlijk schoon zijn de kleurrijke kruisribgewelven met o.a. nieuw-testamentische passietaferelen, de Maagd met de Eenhoorn, Christus als Man van Smarten (Ecce Homo) en het Lam Gods. Ook de vier Kerkvaders Hiëronymus, Gregorius, Augustinus en Ambrosius kijken van bovenaf toe. Mysterieuze werken als gestolde gedachten en emoties van eeuwen zwevend tussen de fysieke aarde en het oneindige. Zij werden aangebracht tussen 1520 en 1540.
Kijk je achterom dan zweeft ergens in de diepte het fraaie orgel dat dateert van 1562. Deze bevat onderdelen in renaissancestijl en is vermoedelijk gebouwd door Andreas de Mare en in 1735 gerestaureerd door A.A. Hinsz en in 1803 nog eens door H.H. Freytag. Het instrument voegt zich haast naadloos in het kunstig netgewelf en wordt ondersteund door fraaie draagduivels die schijnbaar weinig onder de last lijden gezien hun tronie. Ramachtige dierenkoppen bespieden met strenge blik de verrichtingen van de organist en verder is de klankkast rijk versierd net als het schotwerk van de galerij. Het is alles een lust voor het oog.
Een bijzonder detail op de orgelgalerij is de ‘beljongen’ die met een hamer de bel slaat met het ritme van de torenklok. Deze tik klinkt luid en helder door de kerk als een heimelijke waarschuwing de te lange preek te beeindigen.
Met het verschuiven van het zonlicht trekken onzichtbare handen mij telkens weer terug het koor in en wijzen me op het mysterieuze kleurenspel dat de taferelen tot leven brengt. Ook de zegenende hand van Christus Salvator Mundi, Redder der wereld, lijkt hierdoor te bewegen. Een krans met kruis straalt rond zijn hoofd, de doornenkroon voorbij, en in zijn linkerhand omklemt hij een wereldbol met kruis als teken van zijn dienende macht.
Ik neem plaats op de middelste van de drie houten banken in de koorsluiting. De taferelen op de gewelven nodigen uit je fysieke ogen te sluiten en de innerlijke te openen om te zien wat er werkelijk toe doet. Zo blijf je wakker in Gethsémané terwijl Petrus, Johannes en Jakobus slapen, schuif je aan bij de Emmaüsgangers en probeer ik de symbolen rond het Lam Gods te doorgronden. Een luitspelende engel tokkelt er lustig op los. Zijn jubel zit gevat in het geheel van de puntsgewijze ribbenstructuur van het gewelf en hoe zou het klinken wanneer het orgel hier een dragende klankvloer onder legt.
Mijn verbeelding gaat op de loop en ik land weer bij de dreigende voorstelling van het Laatste Oordeel dat volgens de schilder ook door dezelfde ‘Man van Smarten’ wordt voltrokken en dat geeft hoop wanneer je deze zelfde rechter na de opstanding tegenover Petrus ziet staan die hem driemaal heeft verloochend.
Er klonk geen enkel verwijt, geen wraakzuchtige eeuwige verdoemenis, maar ook geen zwakke excuses van de loochenaar in wie velen zich zullen herkennen. Nee, de enige vraag die deze rechter tot drie keer toe stelde was: “Hebt gij mij waarlijk lief?” That’s the crux. Stof tot nadenken in deze ‘Veertigdagentijd’.
Ik zoek afleiding tijdens een rondgang door de verschillende ruimtes van de kerk en ontmoet her en der familiewapens van de edelen van weleer, ik zie wijdingskruizen die op de muren zijn aangebracht door de bisschop wanneer hij de kerk bezocht. De herenbank uit 1650 is getooid met de alliantiewapens van de fam. Starkenborg en Rengers en worden gedragen door een leeuw en een griffioen. Bestaan er eigenlijk wel wapens met een lam?
De kansel met kunstig houtsnijwerk dateert van eind 17e eeuw en ik tref in de zuidelijke kapel nog een offerkist. Dan zijn er nog de eeuwenoude sarcofaagdeksels en een kerkhof aan grafzerken, teveel om te beschrijven maar te belangrijk om niet te noemen.
Weer roept de lichtval in het koor en nu pas valt mij het glazen kistje in de nis aan de noordwand op. Door een merkwaardig zacht kleurenspel meen ik de contouren van een beeldje te zien. Maar, hoe dichter ik nader hoe groter de verbazing; het is een haarlok.
De herkomst staat niet onomstotelijk vast maar ik lees dat het meest aannemelijke is dat de haarlok afkomstig is van de Heilige Catherina en als relikwie werd vereerd. Hoe het ook zij, mooi laten hangen en laat het mysterie het mysterie. Deze kerk zit er vol mee mits je bereid bent ook met innerlijke ogen te kijken.
Na drie en een half uur vertoeven in deze magisch verstilde ruimte slaat de torenklok 12 uur. De vertaalde tekst op de oudste klok, die de Mariaklok wordt genoemd, meldt: “Albertus heeft mij gemaakt ter ere van de apostelen Petrus en Paulus in het jaar onzes Heren 1397, onder heer Otto bestuurder te Loppersum. Ik heet Maria Haio Menko”. Ah, dus geen moeder Mariaklok.
Het kost moeite om in één streep naar de uitgang te lopen en deze stilte te verruilen voor het gewoel der wereld. “Zal de hele weg bergopwaarts gaan?”…
Op 12 juni 2021 beefde hier de aarde, dat maakt de stilte nog intenser. Wetten van oorzaak en gevolg voltrekken zich voor onze ogen, de aarde waarschuwt voor roof en hebzucht, macht en onbegrepen liefde. Ik kijk op naar de gewelven en zie de ‘Man van Smarten’, ‘Het Lam Gods’, de zwijgende blik vol mededogen en die ene vraag die er toe doet en het universum doordesemt: “Hebt gij Mij waarlijk lief”? De rest is mensenwerk.
Veertigdagentijd in een zwijgende middeleeuwse kerk onder het oog van de hoofdrolspelers, een weg die via de schildering van de Emmaüsgangers een nieuwe tijd van hoop aankondigt.
Deze lijkt vertolkt in een oud Latijnse tekst op de grote orgelkast die vertaald luidt: “Wijn, muziek, een vrolijk hart en daarenboven de liefde voor de wijsheid, schalmeien en het psalter maken een mooie melodie en daarenboven een mooie stem.”
Herman Slurink. Zwartsluis – Loppersum, 02-03-2022
Gepubliceerd door Robert Jansema