8 oktober 2024 Gebruikers online: 24
Agenda
Active creations

Kerstverhaal: de ‘Kreupele’ van Sibrandahûs

Geplaatst op: 24 december 2022

Ooit zag ik haar vanuit de verte, half verscholen achter loof en struikgewas als een laatste schuilplaats in een eindeloze vlakte. Nu ben ik er terug, jaren later, zwervend voor dag en dauw, het vriest ruim tien graden en zij ligt er nog net zo, half weggedoken.

Wat is dit genieten, struinend door de noordelijke ‘Dokkumer Wouden’, zwerven om er te verdwalen in de leegte, speurend naar het mysterie van een bestaan buiten de tijd. Niets resteert nog van de donkere en ondoordringbare wouden waar missionarissen en eenzame reizigers eeuwen geleden werden beroofd of vermoord en wier geesten hier misschien nog ronddolen. Een weidse stijf bevroren uitgestrektheid bepaalt het landschap op deze ijzige decemberdag en de donkere gedaante verscholen achter de kale stammen lijkt nog dieper weg te duiken.

Gaandeweg doemen contouren op van enkele huizen, een rookpluim kringelt de ruimte in. De donkere schaduw achter de bomen richt zich moeizaam op en groeit uit tot een gebutste kapel die de tand des tijds zichtbaar heeft doorstaan. Alsof ik naar een oude vergeelde kerstprent sta te staren.

Ik wandel het gehucht Sibrandahûs binnen, iedere stap lijkt de verstilling te verstoren. Een merel ritselt in het gebladerte en scharrelt nieuwsgierig een eindje mee. Een eerste glimp zonlicht kleurt de atmosfeer.

Ooit klonken er devote klanken van zingende monniken in deze romano-gotische kloosterkapel uit de 13de eeuw die wellicht als ‘uithof’ is gebouwd voor het klooster Claercamp.

De kleine kerk lijkt door haar heup te zakken en ligt in haar kreupele ouderdom verscholen tussen het kale loof als een gewond dier dat beschutting heeft gevonden om te sterven. Het zijn de gevolgen van vele restauraties die vooral aan de noordkant goed te zien zijn. Steunberen zijn verwijderd, poorten en nissen dichtgemetseld. Een rondje kerk bekrachtigt dit beeld. Het zakt opzij, wekt mededogen maar schept tegelijkertijd een sfeer van een stilaan verdwijnende romantiek.

Wat ooit was is voorbij maar nog niet weg en dat is goed zichtbaar in al haar littekens. Er straalt veel schoonheid van af. Haar kwetsbaarheid lijkt ook haar kracht en het vraagt niet veel verbeelding om op deze sobere plek in de donkerste decembernacht een ster hoog boven de dakruiter te zien oplichten of dat je ergens in de ruimte engelen hoort zingen. Wonderlijk genoeg is het nu de maan die hoog boven de dakruiter staat en mij de weg wijst. Nu nog een melodie.

Een eindje verderop, waar het land nu leeg is, lag ooit het middeleeuwse klooster Claercamp, het eerste Nederlandse  Cisterciënzerklooster dat in 1165 werd gebouwd. De abten van dit klooster hadden contact met pausen en koningen. Met de reformatie volgde het ene duister het andere op en bleef uiteindelijk geen steen meer op de ander staan. Het Licht dat gedurende eeuwen telkens weer in het duister kwam bleef onbegrepen, alle fraaie contacten met pausen en koningen ten spijt. Ze kijken in hun grootsheid voorbij aan de antwoorden die verborgen liggen in de stilte, zoals het zwijgende mysterie dat nu rond deze eenvoudige ‘Kreupele’ plaatsvindt.

Deze daalt nu neer over de berijpte velden alsof de zielen van voorbij in het ontwakende Licht de vrede hebben gevonden en zich hebben verzameld rond hun kreupele, maar nog levende kapel. Zij omringen haar met hun verworven liefde en zullen zingen als de engelen in de nacht om het Licht te begroeten. De eerste zonnestralen leggen een goudgele deken over het land als een bevestiging van deze melodie.

De wonderlijke stilte die hier alom heerst staat in scherp contrast met een vol Sint Pieterplein waar de paus zijn Kersttoespraak met omhaal van fraaie woorden zal houden, jaar in jaar uit.

Hier leidt niets de pelgrim af van wat de stilte zeggen wil in een taal die ieder kan verstaan. Het is de pure schoonheid van het boerenland dat de ziel ontvankelijk maakt, een gevoel van oer. Het is de leegte die een plek biedt voor een kribbe in een stal, een Licht dat het duister doet verdwijnen en wordt begrepen, een Kersttoespraak zonder woorden , wijzen en herders die de tekens verstaan, een rustpunt in de hectiek van een rumoerige wereld. Hier, rond de Kloosterkapel, de ‘Kreupele’ huist de stilte en de vrede waar de mens ten diepste naar snakt.

Met steenkoude voeten en stijve vingers open ik een brievenbus en zoals afgesproken ligt er een sleutel. Met dat het eerste licht door de beslagen vensters binnen valt ontgrendel ik het slot en stap een weldadig warme ruimte binnen. Eenvoud voert ook hier de boventoon. In de muren zijn nog sporen te zien dat je ooit tegen een gewelf aankeek. Deze is nu gedekt met een vlak balkenplafond. Het enigszins licht aangevreten sobere kerkinterieur is van de 19e en 20e eeuw. Achter het doophek is de koorruimte rond de preekstoel als ‘huiskamer’ ingericht. Een rood bewerkt vloerkleed uit de oorlogsjaren, een schemerlamp die de laatste predikant heeft achter gelaten en een kabinetorgel nodigen uit voor een gemoedelijk samenzijn. Onder deze ruimte bevindt zich een grafkelder van de fam. Tjaerda Van Starkenborch, later vooral bekend geworden in Groningen.

Vanuit de vitrinekast kijken de restanten van het voorgeslacht toe en er tegenover verbeeldt kunstenares Wilma Dijkstra uit Dokkum de menselijke emoties middels diverse geschilderde portretten die hier worden geëxposeerd. Ik meen mezelf in één van deze te herkennen, uit de periode halverwege de zeventiger jaren, met nog een dikke bos haar en een peuk. Maar ja, mijn verbeelding slaat hier op hol…. en toch.

Het is goed toeven. Hoe langer ik kijk, hoe meer de eeuwen spreken. Nissen komen achter kerkbanken tevoorschijn en de opkomende zon spreekt je aan middels de kleurwisselingen die zij veroorzaakt. Zelfs de gotische vensters op de grens van vorst buiten en warmte binnen wisselen voortdurend van motief. Ik onderga het in alle rust en laat het bezinken. Wat een zegen dat er altijd nog voldoende mensen zijn om deze waardevolle monumenten te koesteren. Misschien moeten prekers juist wel zwijgen om het Licht van de Stille Nacht te leren begrijpen en is het juist de bedoeling om het leven met alle lust en last met elkaar te delen en te bezingen zonder vooropgezette kaders. Ik vind dit eigenlijk wel een hoopvolle Advents- en Kerstgedachte.

De Kloosterkapel is nu eigendom van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Al 25 jaar vinden hier dankzij een enthousiaste plaatselijke commissie allerlei activiteiten plaats. Gedurende die tijd heeft men de muziek weer teruggebracht binnen deze oude muren.

Onder het motto “Sober as de muontsen” (Sober als de monniken) treden er diverse artiesten op en eens per jaar klinken er de psalmen en gezangen in de streektaal alsook in het Gronings. Ik zou zeggen: houd dit gaande, dan zullen deze muren zeker de tand des tijds doorstaan en zal de lucht zich blijven vullen met engelenzang, hetzij binnen, hetzij buiten.

Herman Slurink

Zwartsluis-Sibrandahûs, december 2022.

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice