De Mariakerk van Bornwird
Geplaatst op: 21 december 2023
tekst en foto's: Herman Slurink
Christophorus brengt het kind terug van de overkant
Het is vroeg wanneer ik de ruiten krab en een dikke nevel de wereld nog donkerder maakt dan het al is. Dit winters sfeertje is voldoende om me in de juiste stemming te brengen voor een zwerftocht door de noordelijke regionen. Dit soort dagen zijn erg schaars dit najaar. Nevelflarden, opdoemende silhouetten van knotten en stronken lokken de witte wiev’n. Sagen vormen zich als vanzelf en dagen mij uit om er een onderdeel van te worden. Als de voorspellingen kloppen leidt de route mij vanuit het duister naar het licht en met die hoop in mijn gemoed ga ik op pad.
Mythen, sagen en legendes voeden de verbeelding en versluieren de werkelijkheid, omhullen haar als een kostbaar geheim alsof deze alleen door ingewijden herkend mag worden. Dit geldt ook voor het verhaal rond de geboorte van Jezus. De geschiedenis vertelt dat deze plaatsvond in een stal, een andere versie wijst op een grot. Het ontbrak in ieder geval niet aan herders, een ezel, koeien, schapen, engelen en wijzen uit het Oosten. De eeuwen door verbeeldden talrijke schilderingen dit sfeervolle tafereel en vandaag probeer ik daar een schildering aan toe te voegen. Daar eenvoud centraal staat in het Kerstverhaal ga ik voorbij aan basilieken en kathedralen en speur naar een kleine eenvoudige Mariakerk, liefst ergens buiten de bewoonde wereld en midden in het boerenland. Mijn oog viel op de romano-gotische Mariakerk te Bornswird in Friesland die omstreeks 1200 werd gebouwd.
Eenmaal voorbij Heerenveen waaiert de mist in wisselende sluiers uiteen en zie ik zelfs een vleug helder blauw. Ik volg letterlijk het sluimerende licht in een dromerig uitgestrekt landschap van boerderijen, weiden, sloten, schapen en oud loof. Dit is de mooiste tijd van de dag, alsof de aarde de koele dampen uitademt en hiermee kenbaar maakt dat zij ontwaakt en leeft en van plan is dit nog oneindig lang te doen.
Ruim boven Leeuwarden, ter hoogte van Dokkum, lijkt het alsof een kosmisch grijs gordijn wordt opgetrokken, deze nog even rood oplicht door de opkomende zon en je geleidelijk aan een totaal nieuwe wereld binnentreedt. Niet veel later straalt de zon en is het glashelder. Even eerder stelde ik mij de hoge en deels afgegraven terp van Bornwird nog voor als een door nevel omgeven eiland in zee. Nu schittert de terp met haar Mariakerk al badend in het licht en rustend op een bed van maagdelijk wit berijpt gras.
Er is tijd genoeg om eerst een wandeling rond ‘het bijna lege’ terpdorp te maken. Een deel van de 120 bewoners woont her en der verspreid.
De aanblik is indrukwekkend, ondanks dat het gebouw de eeuwen door de nodige veranderingen heeft ondergaan. De toren en koorsluiting alsook de rondboogvensters zijn verloren gegaan. Nu zien we een houten torentje en kleine spitsboogvensters. De kerk bevindt zich op de terp in gezelschap van de voormalige pastorie.
De opgang naar de Mariakerk draagt de klanken mee als een gang van eeuwen oud, roept beelden op van lief en leed. Je ziet de stoet zo gaan. Twee katten en een haan slenteren rond, verder geen teken van leven. Wat een prachtige plek. Berijpte graven onder een uitspansel van helder blauw.
Meteen valt de rijk versierde toog uit 1751 boven de ingang op. De vertaling van de Friese tekst luidt:
“Ten dienste van degenen, die ons de weg leren
Naar het eeuwig Hemels Huis hier boven,
Waar God door Zijn dienaren wordt geëerd,
Staat hier dit aardse huis beneden.
Maar als wij weldoen en ons naar Gods wil schikken,
Dan zullen wij hierna een betere woning krijgen.”
Op de deur prijkt een simpel briefje met de tekst…’De kerk is open’. Ik voel aan de klink en knarsend gaat de deur open. Ik betreed een ingetogen sfeervolle ruimte , alsof je een romantisch ‘stilleven’ binnenstapt. Het laag invallend licht betovert en speelt met de vaag uit het witsel tevoorschijn komende fresco’s en de fraai versierde boog van het romaanse koor. Twee vazen met een uitgedroogd wildboeket waartussen spinrag oplicht staan als wachters voor het koorhek. Alsof de kerk ooit in allerijl is verlaten, niets lijkt af en toch is het in mijn beleving af. In de vloer ligt een enorme renaissance grafzerk van Frans van Aylva, overleden in 1563 en zijn tweede vrouw Rixt van Unia (overl. 1606). De steen is gehouwen door Benedictus Gerbrandtsz. De deksteen neemt bijna het gehele oppervlak in beslag. Ik veeg wat stof weg en neem plaats in de bank.
Het is hier zo onaards stil. Geen stille nacht, maar een stille dag schiet me te binnen. Alleen beweging van schaduw, dansend op de onhoorbare muziek van het licht. Ook vanaf de preekstoel uit 1816 wordt gezwegen, even geen woorden maar je slechts een pelgrim voelen, speurend en tastend het mysterie laten geworden. Ik bestudeer de zerk onder mij , ook de adel vergaat tot stof. Al lezend trekt er een rilling van top tot teen. Frans van Aylva, geboren in het jaar 1513 en overleden op 25 januari 1563…..25 januari, mijn geboortedag, 395 jaar later.
Zoekend naar signalen van Kerst vliegen mijn gedachten alle kanten op: Bornwird, Boarnwert en anno 945 al Bruunenuurt genoemd. Born betekent in het engels geboorte, hier is de wens de vader van de gedachte. Uiteindelijk voert de betekenis terug naar een mogelijk aanwezige bron of een nabije waterloop. Uurt of werth staat voor bewoonde hoogte en born voor bron. Daar kan ik vrede mee hebben. Geboorte en Bron kennen menig symbolische overeenkomst.
Mijn blik dwaalt over de oude wanden waar de figuren zich nu scherper aftekenen. Bij de restauratie in 1979 en 1986 werden deze schilderingen (her)ontdekt. Nu weet men vrijwel zeker dat de heilige Sint Christophorus zich hier opnieuw openbaart. Hij is volgens de legende de man die door de rivier waadde om mensen over te zetten. Op een dag droeg hij een kind op zijn schouder naar de overkant: ‘Kind, wat was je zwaar!’ sprak hij. ‘Het leek wel of ik de hele wereld op mijn schouders had!’ Het kind zei: ’Je droeg ook de hele wereld op je schouders. Ik ben Christus, de koning, die jij al die tijd hebt gediend. En ik geef je een nieuwe naam: Christophorus, Christus-drager.’
Nu komt hij van achter het witsel terug van de overkant met hetzelfde kind nog op zijn schouders, dat is vast niet zonder betekenis. Voor een kribbe is de ‘kleine’ nu te groot, daarom misschien het Licht opnieuw ontsteken in deze eenvoudige stille ruimte binnen de kerk van Bornwird? Terug naar de Bron, uithuilen en opnieuw beginnen. De wereld is er aan toe. Herders, boeren, burgers, wijzen, koeien, schapen, engelen….. weest welkom. Er licht een ster op boven Bornwird….voor wie het wil zien.
Herman Slurink. Zwartsluis – Bornwird, december 2023.
Gepubliceerd door Robert Jansema