16 mei 2024 Gebruikers online: 44
Agenda
Active creations

Borrelproat: De mannen van de gemeente

Geplaatst op: 20 januari 2024

‘Borrelproat’ is de nieuwe rubriek van Zwartsluis Actueel die wij in samenwerking met de Historische Vereniging Zwartsluis met enige regelmaat gaat publiceren.

De Mannen van de Gemeente, wie kent ze niet

Wat is een gemeente zonder personeel dat er voor zorgt dat er zo min mogelijk inwoners komen te struikelen over stoeptegels, onderuit gaan bij ijzel, natte voeten krijgen bij hoog water of wat voor ongemakken ook. Daarnaast waren ze ook niet te beroerd voor burgerhulp met een knipoog, zo van ons kent ons, iets wat sinds het opgaan in gemeente Zwartewaterland minder vanzelfsprekend is geworden. Service waar mijn generatie nog breed van heeft kunnen profiteren. Liep het toilet over vanwege een verstopt riool, bel Atze en in een mum van tijd stond hij met de Molle in de grond te wroeten op zoek naar de kluwen maandverband of klonten gestolde jus dat de vrije loop blokkeerde. Zat je in de maag met overtollig snoeiafval, het was een kleine omweg voor de schredder.  Je zorgde voor een biertje op de vrijdagmiddag en geen haan kraaide ernaar.

Trouwe mannen die sinds jaar en dag het dorpsbeeld bepaalden en waarvoor we een diepe buiging mogen maken. Voor deze Borrelproat en wellicht meerdere lezen we over de avonturen en streken van Jaap van Veen, Jaap Lok, Henk van Wendel, Jitse Maandag, Thomas Krikke, Geert Voerman, Hoege Hansman, Albert Oosterkamp, Mannes Harsevoort, Piet Zandbergen, Albert Kisjes, Riek van der Woude, Atze ten Klooster, Herman Mol en Jan Willem aan het Rot als hekkensluiter van een bijna voorbije generatie.

Wanneer ‘code rood’ verscheen en de bewoners nog een extra borrel inschonken bij kaarslicht, zag je de gele zwaailichten door de gordijnen oplichten. Je wist “daar gaan de strooiwagens weer”, amper beseffend dat de mannen de warme omstrengeling van de vrouw verlieten of de climax van de film werd gemist. De ‘Nacht van Zwartsluis’ betekende de ‘Ochtend van de Molle, de Krikke en de Kiste’.

Door hun dagelijkse aanwezigheid in de gemeenschap zijn ze uitgegroeid tot positieve karikaturen en bekender dan de burgemeester en zijn gevolg. Je kent hun specifieke loop en houding. Je ziet de te grote mannen voorbij gaan in de te kleine cabine van een te kleine pickup wagen, als een ‘buurman en buurman’. Ach kon ik maar tekenen, maar ik moet het met woorden doen. De mannen van de gemeente; net als de veldwachter, de dokter op de fiets, de postbode die ergens een borrel meepikt of de hoofdmeester met sigaar; het is de voorbije dorpscultuur waar je met een glimlach en een zekere weemoed aan terugdenkt.

Ik schuif aan tafel bij de gepensioneerde Atze ten Klooster en hoor veel, maar niet alles is geschikt voor publicatie, want ja…mannen onder elkaar. Voor nu zocht ik naar een winterverhaal.

Het sneeuwt zout

Als het glad is moet er gestrooid worden en wie strooidienst heeft krijgt een bericht van de Provincie om uit te rukken. Vroeger ging dit anders en werd er gestooid op eigen waarneming. De natte vinger of een loopje om het huis bepaalde de ernst van de situatie. De strooidienst gold voor twee personen, één op de grote vrachtwagen en de ander op de kleine voor o.a. de fietspaden. Men was 24 uur paraat. Dreigende gladheid zorgde voor onrustige nachten. Zo ook die nacht dat Herman Mol als nieuwkomer dienst had. De onrust had meer vat op Bets die om het kwartier de gordijnen opzij schoof om de situatie in ogenschouw te nemen. Toen de eerste vlokken in de vroege ochtend neerdwarrelden werd alarm geslagen en niet veel later werd de grote wagen vol zout geladen. Middels een hendel aan de achterzijde van de strooibak werd het strooivolume ingesteld en kon de Molle fluitend op weg via de Zomerdijk het centrum in.

Ter hoogte van het pand van notaris de Vries in de Kerkstraat keek hij eens in de spiegel en zag tot zijn grote schrik dat er geen zout meer werd uitgestrooid. Ondertussen keken aan de Zomerdijk de eerste kinderen nieuwsgierig uit het raam en waren niet meer te houden, zoveel sneeuw alleen voor hun deur terwijl aan de overkant slechts een doorzichtig laagje lag. De eerste kleine rende naar buiten en gooide de eerste en laatste zoutbal van zijn leven. Wat was er gebeurd. De Molle had middels de hendel het volume niet op diepte ingesteld maar op alles open. Drie kuup zout bedekte de route en tot op de dag van vandaag krijgt de sneeuw minder vat op dit wegdek.

De barre winter van 1978/79: Volg de sneeuwpop

Op oudejaarsdag 1978/79 begon een barre winter met veel sneeuwoverlast in januari en februari. Soms viel er zoveel dat Baarlo, De Velde en Zwartewatersklooster onbereikbaar waren. Een strooiwagen met sneeuwschuiver liep halverwege De Velde vast en werd met hulp van de gebroeders Jan en Arie Kronenberg met hun twee tractoren weer vlotgetrokken. Ook in het dorp hoopten sneeuwduinen zich op en ieder loonbedrijf of boer die maar in het bezit waren van een sjofel en/of sneeuwschuiver werden gemobiliseerd net als alle gemeentewerkers.

Chris van Beest, destijds hoofd Gemeentewerken, vaardigde een plan van aanpak uit waaronder de volgende instructie: Iedere sjofel of sneeuwschuiver wordt bemand door twee personen, een bestuurder en een gids die voor het voertuig uitgaat (net als een aanzegger voor een begrafenisstoet red.). Dit om de plaats van de straatkolken (put in stoeprand) en de rioolputten (op het wegdek) aan te geven en te voorkomen dat deze beschadigd worden.

Atze en Hoege waren zo’n koppel en zagen verderop de kleine Jaap van Veen vóór de tractor met sneeuwschuiver uit een sneeuwduin binnengaan. Even later was hij alleen nog aan het postuur herkenbaar, een wortel erin, een muts op, sjaal er omheen en je had een heuse sneeuwpop. Ze kwamen niet meer bij, keken elkaar eens aan, namen de opdracht nog eens door en trokken een eigen plan.

‘Voor wat hoort wat’

Voor één taak stonden de gemeentemannen in de rij. Het was in de winter gebruikelijk om rattenkruid bij de boeren in de gemeente af te leveren. Iedere boer had zijn vee ’s winters binnen en er werd raakgestrooid met voer tot grote vreugde van de ratten. Om de kou te verdrijven en met de gedachte van ‘voor wat hoort wat’ bood de boer doorgaans een borrel aan. Gezien er nogal wat bezoekjes af te leggen waren en nee zeggen niet meevalt laat de rest zich wel raden. De rode neus aan het eind van de route kwam niet alleen maar van de kou.

Herman Slurink, redactie Sluziger Kroniek

NB Het is belangrijk voor een dorpsgemeenschap dat de verhalen van voorbij blijven leven en herinneringen gedeeld worden. Je hebt niet half in de gaten hoe belangrijk dit is voor de sociale gemeenschap. Steun daarom de Historische Vereniging Zwartsluis met een lidmaatschap. Voor de Sluziger kost dit slechts € 17,50 per jaar en daarvoor ontvang je drie keer per jaar het boekje ‘Sluziger Kroniek’ met waardevolle historische verhalen en wetenswaardigheden. Voor niet Sluzigers bedraagt de prijs € 5,00 meer i.v.m. portokosten. Ook wordt er 2 x per jaar een ledenavond georganiseerd met interessante onderwerpen. Meld je aan op www.historiezwartsluis.nl en klik op het balkje ‘Word lid’ en de rest volgt vanzelf.

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice