4 mei 2024 Gebruikers online: 35
Agenda
Active creations

Borrelproat: De avonturen van Sint Sjoerd (afl. 2)

Geplaatst op: 2 december 2023

‘Borrelproat’ is de nieuwe rubriek van Zwartsluis Actueel die de krant in samenwerking met de Historische Vereniging Zwartsluis met enige regelmaat gaat publiceren.

Sinterklaasje kom maar binnen….

Er zijn van die verhalen waarvan diverse versies in omloop zijn algelang de waarnemingen van de ooggetuigen. Met dat de jaren vervliegen vervaagt de herinnering en dat gaat doorgaans ten koste van de waarheid. Komt het aan de borreltafel nog eens ter sprake, dan klinkt het zo overdreven dat geen mens het nog gelooft.

Zo kwam in eerste instantie ook dit verhaal op mij over. Nathalie en Gé, de dochter en weduwe van Sjoerd Hoen, vertelden dat ze enorm veel schik hebben gehad van een chaotisch tafereel dat zich in het begin van de negentiger jaren afspeelde en dat begon in café ‘De Blizzard’. Ik heb alle betrokken personen benaderd en heb toestemming gekregen dit verhaal met naam en toenaam te publiceren.

Het was in de periode dat Koos Kisjes er de kroegbaas was. En zoals we allemaal weten kende iedere kroeg in Zwartsluis zijn eigen stamgasten. Sommigen waren zelfs stamgast in alle kroegen in het centrum. Nu hadden ze bij de Blizzard de gewoonte om op traditionele wijze het Sint Nicolaasfeest te vieren. Dat betekent dat de stamgasten hun namen op papiertjes schreven en deze in een bierpul gooiden. Daarop deed ieder een greep in de pul en zo wist men wie ze op pakjesavond met een cadeau gingen verrassen. Drie pinten verder bleek de waarde van deze geheime trekking al verloren te zijn gegaan, maar dat mocht de pret niet drukken. De cadeaus bestonden steevast uit tegoedbonnen te besteden alhier en dat rijmt op bier. Zo ging dat jaren lang tot die ene keer toen men bedacht een stap verder te gaan.

Men kwam op het lumineuze idee om Sint Nicolaas in hoogst eigen persoon uit te nodigen. De echte Sint had helaas geen tijd en het duurde even voordat het besef doordrong dat heiligen weliswaar wonderen verrichten, maar niet overal tegelijk kunnen zijn. Aan de tap vond intensief overleg plaats wie de rol van Sint op zich wilde nemen. Het (nood)lot werd geworpen en viel op Henk de Bone. De echte Sluziger Sint Sjoerd werd gevraagd om één van zijn pakken beschikbaar te stellen. Deze bood meteen ook aan om de verkleedpartij bij hem thuis te doen evenals het schminken van de twee Zwarte Pieten. Tevens had men bij manege Krabbe aan het eind van de Zomerdijk een paard geregeld om er een heuse intocht van te maken. De afspraak was dat de toen 12-jarige Jojanneke Krabbe (nu bekend van ‘De Geschilde Aardappel’) met het paard naar de Kiekendiefstraat zou komen. Daar De Bone nog nooit op een paard had gezeten was enige oefening vooraf noodzakelijk.

Toen de dag van het ‘heerlijk avondje’ was aangebroken toog het nog nuchtere gezelschap van Sint Bone en zijn twee stam-pieten naar huize Sjoerd voor de verkleedpartij. Men bescheurde zich daarbinnen meteen al bij de eerste aanblik van de uitdossing. Zoals in de vorige Borrelproat gemeld, maken Sjoerd en Gé de kleren zelf. Als nepSint mag je niet in de officiële kledij door de straten van het dorp rijden. Dit verwart de goedgelovige kinderen. De kleur van de mijter was paars en het gewaad kleurde als een rode kool. De jurk eronder was gemaakt van de nachtpon die ooit werd gedragen door de opoe van Sjoerd. Deze was afgewerkt met prachtig wit kant. De Pieten mochten wel als zodanig optreden en waren zó zwart geschminkt dat ze zichzelf en elkaar niet meer herkenden.

Er restte nu nog één probleem: Hoe krijgen we De Bone op het paard zonder dat hij er aan de andere kant weer aftuimelt.

Ondertussen kwam de nog jonge en, om in heilige termen te blijven, onbevlekte Jojanneke aangewandeld, niet wetende wat voor gezelschap haar stond op te wachten. Ze had de schimmel aan de teugels. Beiden maakten een bijzonder ontspannen indruk. Ze had de zucht van verlichting bij Sint de Bone niet opgemerkt: “Pfff, het paard is een stuk kleiner dan gedacht, daar stap ik zo op.”

Wat was het geval: De pientere Jojanneke had al meteen door dat de schimmel Amerigo te hoog gegrepen was.

Ze koos voor de meest luie en trage pony, dat is een klein paard, om het de onervaren Sint Bone zo gemakkelijk mogelijk te maken. Het dier luisterde naar de naam Twinkel en veel Sluzigers die destijds paardrijles hebben gehad bij Krabbe zullen zich dit zachtmoedige dier herinneren. Het was het type dier dat bij wedstrijden halverwege het parcours ging liggen om van een graspol te snoepen. Ook in groter gezelschap liet dit dier zich niet gek maken.

Er was dan ook niet veel oefening voor nodig om Sint op het paard te hijsen. Het probleem zat meer in de onhandigheid van de eerbiedwaardige dan in de hoogte van het paard. Met dat Sjoerd hem nog een licht ‘kontje’ gaf zat de Sint veilig en wel op het dier. Voor even keken ze elkaar recht in de ogen waarop Sint Bone meteen begreep waarom het dier Twinkel heette. De goedheiligman was helemaal gerustgesteld.

Met de paarse mijter op zijn markante hoofd leek deze Sint meer op paus Franciscus tijdens de Paasmis. “Bedaaank voor de bloemmm” riep één van de Pieten gekscherend, zelfs de pony gniffelde. Jojanneke nam de teugels ter hand en het illustere gezelschap zette zich in beweging. Ondertussen stookte men in “De Blizzard” de kachel op en werd er menigmaal geproost op een veilige reis van Sint Bone en zijn twee Pieten. Uit de schoorsteen kringelde een witte sliert rook die stilaan door de wind werd meegevoerd.

De route van de Sint ging door de Vogelbuurt en via de Sportlaan over de provinciale weg de Schoolstraat in. Menig passant keek met verbazing naar dit wonderlijke gezelschap en dacht in een film beland te zijn. Ergens schuin achter de kleine stoet bazuinde R. de Kote de damuitslagen van de afgelopen week rond, Boers stond nog steeds aan kop. Tevens kondigde hij met sterke accenten de wedstrijd Feyenoord – Telstar aan. Hoe mooi kan het dorpsleven zijn.

Door de trage gang sukkelde de Sint bijna in slaap en verzocht om een pitstop voor Café Simone. In de verte schalde al een ongeduldig “O, kom er eens kijken wat er in mijn pulletje zit” door de stegen en over de daken. Overleg vond plaats. Hoe langer de tocht duurde hoe doller het gezelschap in de Blizzard werd, waarop werd besloten de gang maar voort te zetten de Kerkstraat in.

Het volume van het mannenkoor zwol aan met dat de stoet de bocht om sloeg de Pottenbakkersteeg in. “Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe” en weer werd het glas geheven, immers iedereen was zoet en bier is lekker.

Wat ging er door de gedachten van Jojanneke toen zij nog steeds in alle rust haar pony met daarop de licht wiegende Sint de Kolksluisbrug op leidde. Als uit duizend kelen klonk het “Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht”,  en deze woorden, die zo rechtstreeks vanuit het hart en tot tranens toe het luchtruim vulden, werden tot werkelijkheid.

Over wat er in die vijf tot tien minuten gebeurde lopen de verhalen uiteen. We hebben te maken met een nuchtere buitenversie en een door alcohol getroubleerde binnenversie.

Volgens de stamgasten kwam het paard Americo naar binnen gestapt, schrok zich wild van het festijn daarbinnen en maakte al steigerend, met Sint de Bone hangend in de stijgbeugel, in paniek rechtsomkeer waarbij Sint zijn knie zwaar blesseerde aan de deurpost. Dit moet op de 12 jarige Jojanneke een traumatische indruk hebben gemaakt.

Daarom was ik vooral benieuwd naar haar reactie en die was van een totaal andere orde.

Ze was nog steeds relaxed toen het gezelschap over de brug al sjokkend het terrein van de Blizzard opstapte. Sint zwaaide en wuifde er lustig op los en had al een glas bier aangereikt gekregen. Tot ieders verbazing stapte de pony met de Sint nog op de rug doodgemoederd de kroeg binnen. Het mankeerde er nog aan dat hij een pint bestelde en een glas fris voor zijn lieftallig baasje. De entree zorgde ervoor dat er wederom luid gejuich uitbarstte en het “Sinterklaasje kom maar binnen” opnieuw, maar nog harder en valser, werd ingezet. De pannen gingen haast letterlijk van het dak. Hierop werd de pony toch enigszins onrustig. De Bone wist op dat moment niet goed hoe te reageren. Zodoende vonden er wat ongelukkige handelingen plaats bij de deurpost waarbij de heilige van de pony viel. Als een gezelschap ‘Broeders en Zusters van Liefde’ ontfermden de stamgasten zich over de geschrokken Sint en dienden hem een stevige borrel toe zodat hij de schade van de val niet direct bemerkte.

Jojanneke was op geen enkele manier van haar stuk gebracht en wandelde in alle rust met haar pony aan de teugels huiswaarts. Ondertussen kwam zelfs de echte Sint nog even langs om de onfortuinlijke vervanger een troostend woord toe te spreken (zie foto onder verhaal). Daarna barstte het feest los.

De volgende morgen voelde de Sint, die in zijn dagelijkse leven stratenmaker was, naast een stevige hoofpijn een felle stekende pijn in de knie, met als gevolg dat hij voor het eerst van zijn leven in de ziektewet terecht kwam.

En zo komt er een eind aan dit opmerkelijke verhaal dat nu officieel aan de geschiedschrijving van Zwartsluis wordt toegevoegd.

Herman Slurink, redactie “Sluziger Kroniek”

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice