25 april 2024 Gebruikers online: 22
Agenda
Active creations

De Mariakerk in Ruinen, als een omgekeerde ark in woelige tijden

Geplaatst op: 4 december 2021

Slot van een onverwacht drieluik dat begon rond de kerk van Kolderveen en een vervolg vond in de Sint Barbarakerk in Nijeveen. Eenmaal binnen de Mariakerk van Ruinen besefte ik na het zien van de Annunciatie dat het verhaal nog niet af was. Gaandeweg ontvouwde zich een zekere drie-eenheid, van Eeuwigheidszondag naar Advent en verder.

Eigenlijk ongemerkt toerde ik Ruinen binnen. De laatste week staat een beetje in de sfeer van het fotograferen van oude boerderijen die met hun voorgevel naar de vroege ochtendzon staan gekeerd.

Dit is de derde glasheldere ochtend in een week en het heeft voor het eerst licht gevroren. De haagbeuken kleuren diepvlammend rood en ik neem weer dezelfde route die begint bij Wanneperveen. Welbeschouwd rijd je langs een haast oneindig lang slingerend lint van oude boerderijen en fraaie landhuizen. Ik vervolg de weg via Kolderveen, Nijeveen, Ruinerwold tot ik uiteindelijk in Ruinen uitkom.

Ik rij door het centrum naar de hoofdweg om vervolgens via Meppel weer naar huis te gaan.

Echter, daar passeer ik de 12e eeuwse Mariakerk en zie vier spitsboogvensters die de lage zon vangen en stel mij voor wat dit binnen teweegbrengt. Ik heb de laarzen aan omdat niet iedere boerderij zich vanaf de weg laat fotograferen, maar dat belemmert mij niet een rondje om de kerk te lopen.

De Mariakerk is rond 1140 gebouwd bij het oudste klooster van Drenthe, de benedictijner abdij van Ruinen. Ik sta hier op oeroude grond met een bewogen geschiedenis. Het klooster werd in 1325 verplaatst naar Dickinge bij De Wijk, waarna de kerk als parochiekerk functioneerde.

In de 14e eeuw werd aan de zuidoostzijde van de kerk de Catharinakapel gebouwd. Deze werd bij een restauratie in 1836 helaas gesloopt. Als herinnering staat op de plek een imposante maquette van de oorspronkelijke Mariakerk. Daar kan ik dan weer van genieten. Verder staan er diverse kunstwerken zonder verdere beschrijving, deze maken de plek tot een bijzondere locatie.

Hier sta ik met mijn laarzen en voel de onrust knagen. Dit prachtige licht, alles schreeuwt om binnen te kijken en ik word overmoedig. Er nadert een man met een hond en ik vraag hem of hij enige weet heeft van een sleuteladres van de kerk. Hij verwijst mij naar de winkel er naast waar een briefje op het raam geplakt is met iets over toeristinfo en een 06 nummer. Het is maandagmorgen, nog geen tien uur, toch bel ik. Een vriendelijke eigenares van de winkel nam op en wilde wel een belrondje doen, maar dat leek mij teveel gevraagd.

Er passeerde nog een vrouw en die verwees mij naar de woning achter de kerk. Ik belde aan, het bleef stil, voetstappen in de gang, de deur werd geopend en daar verscheen in ochtendjas een bereidwillige hulpkoster Nathan, een betekenisvolle naam: ‘Hij heeft een geschenk gegeven’. Het kan niet meer stuk.

Daar sta je dan met de laarzen aan. Ik motiveer mijn bezoek en vind een luisterend oor. Na een kort telefonisch overleg  wordt mij een sleutel overhandigd en kan ik het geschenk gaan uitpakken.

Met dat je de lage achterdeur opent stap je al een andere dimensie binnen, zowel in geur, die een diepe herinnering losweekt,  als fysiek. De consistoriekamer, of beter gezegd consistoriehut, getuigt van een keukenachtige kneuterigheid. Het aantal stoelen voor kerkenraadsleden verraadt een klein gezin. De doorgang naar de kerk is altijd weer spannend en ook dit keer weer volkomen verrassend.

Ik kijk in een omgekeerde ark van Noach zoals die op velerlei wijze wordt verbeeld. De hoge dakconstructie van ruwe balken en grove spanten ligt open en bloot en lijkt me een aanslag op de stookkosten. Vaak dekt men dergelijke gewelven af met een plafond, eeuwig zonde. De robuustheid herinnert aan het ruwe bestaan van nomaden en oervolken, de hunebedden komen er in tot leven.

Wat buiten werd vermoed en verlangd is nu realiteit. Het binnenvallende licht stemt de ruwheid van het gewelf mild en verzacht zich geleidelijk aan in een ijle wisselende warme kleurensfeer beneden, iets als de overgang van het strenge Oude naar het mildere Nieuwe Testament.

De preekstoel en het fraaie doophek zijn rond 1660 gemaakt. Binnen dit hek liggen een aantal grafzerken en ik zie het gemorste doopwater over de namen van de overgegane zielen druppelen.

De sobere herenbanken, waaronder die van de Heren van Ruinen, dateren uit de 17e eeuw.

Ik laat de sferen tot me doordringen, vele details uit het verborgene komen tot leven. Ik loop richting hoofdingang en maak een foto van de hele ruimte richting orgelgalerei. Links boven, daar waar het licht nog niet reikt, ontwaar ik de resten van een fresco en mijn hart springt op en wekt een vermoeden, teveel ‘toevalligheden’ de laatste dagen.

Via de consistoriehut met het aantal stoelen voor de helft van de apostelen open ik eerst een deur naar de meterkast. De tweede leidt de trap op naar de orgelgalerei en daar sta ik oog in oog met Maria en de engel Gabriël. Een prachtig geschilderde Annunciatie, de aankondiging van de geboorte van Jezus, uit de vroeg 16e eeuw. Als derde man luister ik mee naar wat de engel Maria influistert, iets in de geest van altijd weer opnieuw geboren worden in de mens.

Ooit door wraakzuchtige protestanten aan het oog onttrokken, komt deze schildering, deze aankondiging,  niet voor niets weer onder de kalk vandaan. De boodschap van de onvoorwaardelijke Liefde laat zich niet opsluiten, niet door kalk en ook niet door een dikke zwerfkei voor het graf.

De symbolische waarde van deze Aankondiging lijkt mij uiterst belangrijk in deze crisistijd waar het op fundamentele keuzes lijkt aan te komen. Een hoopgevend fresco in een even hoogevende omgekeerde ark….dit gebouw stemt tot nadenken en bevestigt daarmee haar waarde voor nu en voor de toekomst.

De positie van dit bijzondere tafereel bevindt zich precies tussen de ruwhouten dakconstructie en de warm rood/groene kleuring beneden, tussen de Oude Tijd en de Nieuwe Tijd.

Ik loop om het orgel dat begin 1900 werd gebouwd door Jan Doornbos uit Groningen en kijk naar de schaduwen op de noordwand en zie met toegeknepen ogen de gestalten van drie benedictijner monniken verschijnen. Zij kijken zwijgend toe. Verleden en heden vallen samen in een allesoverkoepelend licht, als een moment buiten de tijd,  900 jaar als één dag.

Ik hang nog een tijd over de balustrade, zie taferelen vol metaforen, kaarsen die niet branden, een open, maar veelal onbegrepen boek…. de boodschap van onvoorwaardelijke Liefde die vanuit de koude noordwand de wereld warmte, rust en vrede wil brengen.

De stille zwijgende kerk nodigt uit tot verbeelding en gedachten, zij doet verhalen leven en grenzen vervagen. Alle menselijke emoties liggen opgeslagen in haar eeuwenoude muren. Zij lokt vragen uit en verleidt tot zelfreflectie, en …de antwoorden dan?……wat zei Gabriël ook al weer?

Herman Slurink

 

Gepubliceerd door Robert Jansema
Aquaservice